02 Individuele en collectieve ondersteuning

Wij bieden informatie en advies aan mensen met eenvoudige en enkelvoudige vragen, die we vaak met een eenmalig kortdurend contactmoment weer op weg kunnen helpen. Er wordt met een app gewerkt die medewerkers de mogelijkheid geeft om deze vragen eenvoudig te registreren. Er wordt geen uitgebreide ZRM ingevuld, maar er worden een of twee vragen beantwoord waarmee de inwoner in principe weer verder kan. De app kan anoniem worden gebruikt. Er wordt wel een hoofddomein van de ZRM geregistreerd zodat we kunnen zien op welke leefgebieden hulpvragen van inwoners betrekking hebben gehad.

In 2021 is SWO 1349 keer om informatie en advies gevraagd. Hiervan zijn 123 contacten via de Vraagbaak binnen gekomen. In de figuur zijn de top 5 ingevulde (hoofd)domeinen op de ZRM bij vragen om informatie en advies te zien. De vergelijking met de top 5 van voorgaande jaren staat in de tabel eronder. Vaak is er sprake van dezelfde domeinen in de top 5.

Wij voeren individuele trajecten uit op het moment dat inwoners complexe(re) problemen hebben, die meer frequente hulp en ondersteuning van ons vragen. In deze trajecten wordt bovendien naar een concreet doel toegewerkt. In 2021 stonden er 595 individuele casussen open. Dit zijn casussen waarbij aan het begin, halverwege en aan het einde van een traject een uitgebreide ZRM wordt ingevuld. De grafiek geeft weer op welke hoofddomeinen van de ZRM de hulpvragen gesteld zijn als het gaat om individuele en leun en steun trajecten. Trajecten zijn in 2021 het vaakst opgestart na vragen op gebied van geestelijke gezondheid. Dit is anders dan voorgaande jaren. De vergelijking met voorgaande jaren is te zien in de tabel eronder.

Individuele hulpvragen worden door onze medewerkers beoordeeld en gemonitord via de ZRM. Dit maakt het mogelijk om de eventuele groei van een inwoner op de ZRM te meten, nadat wij een individueel traject hebben uitgevoerd. Ook monitoren we of de doelen die medewerkers stellen worden behaald. Dit zijn de zogenaamde doelscores. In 2021 is in 76% van de gevallen het doel dat voorafgaand aan een traject door een medewerker is gesteld gehaald. In 2019 was dit respectievelijk 72,5% en in 2020 73%. Wij beogen een doelscore van 70%. Vanaf dit jaar zullen wij gerichter, dat wil zeggen per project, over onze behaalde doelscores rapporteren.

Daarnaast kunnen we per domein van de ZRM zien welke progressie we hebben geboekt. We maken hierbij onderscheid tussen hoofddomeinen en niet-hoofddomeinen. Hoofddomeinen zijn de domeinen op de ZRM waar de hulpvraag van de cliënt en onze dienstverlening betrekking op heeft. We registeren ook op de niet-hoofddomeinen, om zo de eventuele ‘bijvangst’ te kunnen meten. In deze rapportage beperken we ons tot de hoofddomeinen op de ZRM. In de figuur hieronder is het de groei per hoofddomein over 2021 te zien.

Voorafgaand aan een individueel traject brengen wij tevens de complexiteit en zwaarte van een casus in kaart. Wij beschouwen een casus als complex als deze drie of meer hoofddomeinen van de ZRM beslaat. In 2021 waren de meeste trajecten ‘redelijk complex’ of ‘niet complex’ (minder dan drie leefgebieden). Dit is vergelijkbaar met voorgaande jaren en lijkt ook logisch, omdat wij de meer complexe problemen of vraagstukken doorverwijzen naar externe partners. We verwezen in 2021 het vaakst door naar een zorginstelling (35x), de WMO (10x), naar het vrijwilligerswerk (7x) of de huisarts (5x).

De zwaarte van de trajecten wordt weergegeven aan de hand van een inschatting van het aantal contactmomenten. Onderstaand overzicht laat zien dat men in ongeveer een kwart van de individuele trajecten vooraf inschat dat er meer dan vijf gesprekken nodig zijn. Gemiddeld waren er in 2021 14 contactmomenten bij afgesloten individuele trajecten. In de meeste trajecten is er sprake van telefonisch contact, namelijk bij 691 casussen tegen 597 casussen waarbij er sprake was van face-to-face contact (op locatie dan wel huisbezoek).

Als we naar de leeftijd van onze clienten in 2021 kijken dan zien we dat we met onze individuele trajecten vrijwel alle leeftijden bereiken. Naarmate de leeftijd vordert, wordt het bereik wel minder. Dit is vergelijkbaar met voorgaande jaren. Onze inschatting is dat dit vooral met life-events (zoals scheiding, ontslag, verhuizing, etc.) te maken heeft, die vaker voorkomen in de leeftijdscategorieen die hieronder het meest vertegenwoordigd zijn.

Onderstaande plaatjes zijn ondersteunend bij het gebiedsgerichte werken. Zo kunnen we aflezen uit welke gebieden de meeste vragen komen, dan wel waar we onze dienstverlening het meest inzetten. In het eerste plaatje hieronder laten wij het percentage casussen ten opzichte van het aantal inwoners in een gebied zien. Het ‘donkere’ gebied betreft dus niet het gebied met de meeste casussen in absolute zin, maar wel in relatieve zin. Het aantal casussen per postcode is zichtbaar in het onderste plaatje.

In 2021 waren er 336 leun- en steuntrajecten in behandeling. Dit zijn laagfrequente contacten met als doel iemand letterlijk een steuntje in de rug te geven tot hij/zij zonder ondersteuning verder kan. Deze leun en steun-contacten kunnen voorkomen dat een inwoner weer in de problemen komt en intensievere begeleiding nodig heeft. In de figuur hieronder is te zien dat de meeste leun-en-steun contacten in het afgelopen jaar zijn gebaseerd op hulpvragen op de domeinen financien en huisvesting van de ZRM. In de tabel eronder is de vergelijking met voorgaande jaren te zien.

In 2021 liepen er 115 collectieve trajecten. Hieronder vielen 436 bijeenkomsten en hierbij waren in totaal 6632 (niet unieke) inwoners aanwezig: een inwoner kan aan meerdere bijeenkomsten hebben deelgenomen. De leeftijdsverdeling is in onderstaande figuur te zien[1].

[1] De figuur geeft een vertekend beeld omdat de leeftijden zoals weergegeven aan collectieve trajecten en niet aan bijeenkomsten zijn gekoppeld. Als er meerdere bijeenkomsten zijn gekoppeld aan hetzelfde collectieve traject, dan worden de leeftijden van de deelnemers aan deze bijeenkomsten maar 1x geteld. Zo worden er veel bijeenkomsten georganiseerd door het Jongerencentrum onder hetzelfde collectieve traject. Deze leeftijden worden maar 1x geteld. In werkelijkheid wordt er veel voor (en door) jongeren georganiseerd.

Het jongerenwerk is constant aan de slag met het vergroten van de zichtbaarheid en de bekendheid van de drie jongerenwerkers, zowel in real life als online.

Moedertaalproject

Wekelijks wordt het jongerencentrum gebruikt door een groep Syrische inwoners en een groep Eritrese inwoners. Zij geven les in hun moedertaal aan hun kinderen, over de gehele dag krijgen 60 kinderen les.

Ambulant jongerenwerk

Het ambulante werken houdt in dat de jongerenwerker vindplaatsgericht werkt, hij of zij zoekt de jongeren op, bijvoorbeeld bij de door de gemeente benoemde hotspots, denk hierbij aan de Blauwestad en de WijkOntmoetingsPlekken in de gemeente. De jongerenwerker heeft contact met het Meldpunt Veiligheid en Zorg, Politie, BOA’s, de jongerenwerker van VNN en sinds kort ook met de extra ingehuurde beveiligers.

Jeugdsoos Nieuwolda

Door de zichtbaarheid in het Oldambt werd de vraag bij het jongerenwerk neergelegd of we konden ondersteunen en adviseren bij het opzetten van een jeugdsoos in Nieuwolda. Jongeren hebben dit zelf opgepakt en in overleg met de ijsbaan een ruimte gekregen. “Club Tropical Naiwol” is the place to be in Nieuwolda!

Fietscrossbaan

Drie jongeren hebben het voortouw genomen om een trend in het Oldambt een vaste vorm te geven. Met ondersteuning van het jongerenwerk zijn er gesprekken met de gemeente geweest om te kijken naar de mogelijkheden voor een fietscrossbaan. Doordat er nog geen geschikte locatie is gevonden is dit plan nog niet gerealiseerd.

Groepsaanpak

De afgelopen periode heeft het jongerenwerk intensief meegewerkt aan de groepsaanpak PlusMinMee. Vanuit het Zorg- & Veiligheidshuis is deze aanpak gecoördineerd, in samenwerking met de gemeente, politie, BOA’s, Leerplicht, Halt en Sociaal Werk Oldambt.

Talentgericht werken

Het jongerenwerk stimuleert jongeren hun talenten, passies en competenties te ontwikkelen en deze in te zetten in hun eigen leefomgeving.

StreetArt

Vanuit een samenwerking met de buitendienst van de gemeente en ontmoetingen met jongeren en het vragen naar wensen en ideeën is het StreetArt project van start gegaan. Een aantal prullenbakken zijn gepimpt door jongeren en zijn te vinden in de gemeente. Naast de prullenbakken zijn er ook zwerfkeien beschilderd, deze zijn terug te vinden in Bad Nieuweschans waar ze een onderdeel zijn van een wandelroute.

Peer to Peer

Het jongerenwerk stimuleert en faciliteert ontmoetingen tussen jongeren die elkaar kunnen ondersteunen om op deze wijze een positieve impuls te geven aan de eigen ontwikkeling en die van een ander.

Boost!

Tweewekelijks wordt er op zaterdagavond een Boost!avond georganiseerd in jongerencentrum ’t Spoor. Boost! Is ontstaan uit gesprekken met jongeren over de Coronaperiode. Eenzaamheid, depressieve gevoelens en het ontbreken van steun waren veelbesproken thema’s. Het jongerenwerk heeft deze jongeren bij elkaar gebracht en er is een groep ontstaan die door middel van onder andere quizjes, de Kletspot en de Vuurton op een laagdrempelige manier eerder genoemde thema’s konden bespreken en elkaar hierin verder helpen.

Broezznd Oldambt

Wat kan je eigenlijk nog wel doen in coronatijd? Een veelbesproken vraag met jongeren. Aan de hand hiervan heeft het jongerenwerk een groep van 30 jongeren bij elkaar gebracht om ideeën uit te werken en samen met de gemeente te ontdekken wat er mogelijk is. Dit heeft, tot nu toe, geresulteerd in:

• Een WijkResto waar jongeren een gezonde maaltijd hebben bereid voor jongeren.
• Abseilen van de Winschoter toren, 30 jongeren durfden de afdaling aan.
• SpringSpektakel, ruim 80 jongeren genoten een hele middag van springkussens in Winschoten Zuid.

LHBTI

Ook hier koppelt het jongerenwerk jongeren aan elkaar. Het jongerenwerk vangt signalen op uit de LHBTI groep, vraagstukken met betrekking tot identiteitsvorming (bijvoorbeeld geaardheid, in transitie gaan of de dragscene) zijn voorbij gekomen i de afgelopen periode. Door ervaringsdeskundigen te koppelen aan jongeren met vragen creëren we een laagdrempelige manier van ondersteuning.