Spring naar inhoud

Individuele en collectieve ondersteuning

Informatie en advies

Inwoners met eenvoudige vragen kunnen vaak snel weer op weg geholpen worden door middel van het verstrekken van informatie en advies. Het gaat hierbij over het algemeen om een éénmalig kortdurend contactmoment. Professionals gebruiken een registratiesysteem, om deze vragen te registreren. Er wordt geen Zelfredzaamheid-Matrix (ZRM) ingevuld. Er wordt wel geregistreerd op welk hoofddomein van de ZRM deze vragen betrekking hebben. Het registratiesysteem kan anoniem worden gebruikt.

In 2022 heeft SWO 502 keer informatie en advies verstrekt aan inwoners. In figuur 1 is te zien dat relatief veel vragen betrekking hebben op het thema financiën. 

Figuur 1: Top 5 hoofddomeinen informatie & advies 2022

Individuele trajecten

Wanneer inwoners tegen meer complexe(re) problemen aanlopen kunnen wij door middel van een individueel traject meer frequente ondersteuning bieden. In deze trajecten wordt, in gezamenlijk overleg tussen de professional en de betrokken persoon, naar een concreet doel toegewerkt. In 2022 stonden er 756 individuele casussen open. Hierbij wordt aan het begin en aan het einde van een traject een ZRM ingevuld. Figuur 2 hieronder geeft weer op welke top 5 hoofddomeinen van de ZRM deze hulpvragen betrekking hadden. Hoofddomeinen zijn de domeinen op de ZRM waar de hulpvraag van de betrokken persoon en onze dienstverlening betrekking op heeft.

Figuur 2: Top 5 hoofddomeinen individuele trajecten 2022

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Individuele trajecten hebben het vaakst betrekking op hulpvragen omtrent geestelijke gezondheid. Dit komt overeen met het beeld van 2021 (zie figuur 3 hieronder). Wel is te zien dat het aantal hulpvragen op het gebied van geestelijke gezondheid behoorlijk is toegenomen ten opzichte van het jaar 2021. In verhouding is deze toename groter dan bij de andere hoofddomeinen. 

Figuur 3: Top 5 hoofddomeinen individuele trajecten 2021

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Impact individuele trajecten

Als er een individueel traject wordt opgestart, worden de betreffende hulpvragen door onze professionals beoordeeld en gemonitord via de ZRM. Dit maakt het mogelijk om de eventuele voortgang van een inwoner op de ZRM te meten tijdens of na afloop van een individueel traject. Ook monitoren we of de doelen, die gesteld zijn voorafgaand aan een traject, worden behaald. Dit zijn de zogenoemde doelscores. In 2022 is in 60,7% van de individuele trajecten waarbij een doelstelling vermeld is, het doel ook gehaald. Een deel van de trajecten staat echter nog steeds open. Derhalve is voor die trajecten nog niet bekend of het beoogde doel gehaald gaat worden.

Daarnaast kunnen we per domein van de ZRM zien welke progressie we eventueel hebben geboekt op elk van de 13 hoofddomeinen. In figuur 4 hieronder is de groei in de top 5 hoofddomeinen over 2022 te zien. Het is wel belangrijk daarbij te vermelden dat het doel van een traject ook kan inhouden dat de situatie in elk geval stabiel blijft en niet verslechterd. Groei op het gebied van zelfredzaamheid is niet altijd mogelijk. 

Figuur 4: Top 5 ZRM Groei per hoofddomein

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Ter vergelijking met 2021 is hieronder ook de grafiek over dat jaar toegevoegd. Dit geeft een overzicht van de groei per (top 5) hoofddomeinen van vorig jaar. Groei betekent in dit geval dat de zelfredzaamheid vergroot wordt. Huisvesting is ook dat jaar het hoofddomein waarop de meeste groei zichtbaar is.  

Figuur 5: Top 5 ZRM groei per hoofddomein 2021

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Complexiteit en zwaarte casuïstiek

Voorafgaand aan een individueel traject brengen wij tevens de complexiteit en zwaarte van een casus in kaart. Wij beschouwen een casus als zeer complex als deze drie of meer hoofddomeinen van de ZRM beslaat. Een casus is ‘redelijk complex’ als deze betrekking heeft op twee of drie hoofddomeinen. Figuur 6 hieronder laat de complexiteit zien van de casussen in 2022. In dit jaar waren de meeste casussen ‘redelijk complex’. Dit is vergelijkbaar met voorgaande jaren en is ook logisch omdat, wanneer inwoners zeer complexe problemen hebben, wij deze doorverwijzen naar externe partners. Voor zover bekend, verwezen we in 2022 het vaakst door naar een zorginstelling (32x), naar de WMO (19x), naar een vrijwilligersorganisatie (8x) en de huisarts (7x). 

Figuur 6: Complexiteit casussen

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

De zwaarte van de trajecten wordt weergegeven aan de hand van een inschatting van het aantal contactmomenten. Deze inschatting wordt voorafgaand aan een individueel traject gemaakt. Figuur 7 hieronder laat zien dat in veruit de meeste gevallen vooraf wordt ingeschat dat er 2-5 individuele gesprekken nodig zullen zijn. Onderstaande verdeling komt overeen met het beeld van 2021.

Figuur 7: Zwaarte hulpvraag

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Gemiddeld waren er in 2022 8,9 contactmomenten bij afgesloten individuele trajecten. In 2021 waren dit gemiddeld 14 contactmomenten. Hiermee ligt het aantal contactmomenten in 2022 lager. Vanuit ons inzicht dat het leven een hobbelig pad kan zijn, zetten wij meer in op normaliseren, accepteren en het gewone leven versterken. Dit is terug te zien in het aantal contactmomenten met de inwoners. Daarnaast draagt de beweging van individuele naar collectieve ondersteuning hier ook aan bij. Individuele trajecten kunnen soms eerder afgesloten worden waarna iemand bij een collectief traject kan aansluiten.

Leeftijdscategorieën en geslacht

Alle leeftijdscategorieën zijn vertegenwoordigd in de individuele trajecten. In 2022 waren iets meer dan de helft van de inwoners in individuele trajecten in de leeftijd van 18-55 jaar. Nog specifieker valt het grootste deel in de leeftijd van 27-55 jaar. Dit verklaren wij vanuit het gegeven dat grote life-events (zoals scheiding, ontslag, geboorte, verhuizing etc.) vaker plaatsvinden in deze leeftijdscategorie. Figuur 8 hieronder geeft een totaal overzicht het aantal individuele trajecten per leeftijdscategorie. 

Figuur 8: Aantal individuele trajecten per leeftijdscategorie

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Spreiding dorpen en kernen

Het onderstaande plaatje (Figuur 9) is ondersteunend bij het gebiedsgericht werken. Zo kunnen we aflezen uit welke gebieden de meeste vragen komen, dan wel waar we onze dienstverlening het meest inzetten. Het laat het percentage casussen ten opzichte van het aantal inwoners in een gebied zien. Het ‘donkere’ gebied betreft dus niet het gebied met de meeste casussen in absolute zin, maar wel in relatieve zin. Dit betekent dat het gaat om de verhouding van het aantal casussen ten opzichte van het aantal inwoners. Het betreft hier zowel de individuele trajecten alsmede de leun en steun trajecten. 

Figuur 9: Geografische spreiding individuele- en leun en steun trajecten

Ter aanvulling hierop laat Figuur 10 hieronder de top 10 zien van dorpen en wijken in de gemeente Oldambt waar de casussen bekend zijn. Hieruit komt ook naar voren dat van een groot deel van de casussen niet bekend is waar de inwoners wonen.

Figuur 10: Aantal casussen per dorp of wijk

Leun en Steun

In 2022 waren er 362 leun- en steuntrajecten in behandeling. Dit zijn laagfrequente contacten met als doel iemand letterlijk een steuntje in de rug te geven tot hij/zij zonder ondersteuning verder kan. Deze leun en steun-contacten kunnen voorkomen dat een inwoner verder of opnieuw in de problemen komt en intensievere begeleiding nodig heeft.

Net als bij de individuele trajecten, worden de betreffende hulpvragen bij leun- en steuntrajecten door onze professionals beoordeeld en gemonitord via de ZRM. Dit geeft inzicht in de hoofddomeinen waarop de trajecten betrekking hebben. Figuur 11 hieronder laat zien dat de meeste leun- en steuntrajecten in 2022 betrekking hadden op hulpvragen op het gebied van huisvesting. 

Figuur 11: Top 5 domeinen leun en steun

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Een opvallend verschil met 2021 is de toename van het aantal hulpvragen op het gebied van huisvesting. Zowel in 2019, 2020 en 2021 hadden de meeste hulpvragen bij leun- en steuntrajecten betrekking op financiën. 

Collectieve trajecten

In 2022 liepen er 59 collectieve trajecten waarbij in totaal 740 bijeenkomsten hebben plaatsgevonden. Hierbij waren in totaal 6.871 (niet unieke) inwoners aanwezig. Een inwoner kan aan meerdere bijeenkomsten hebben deelgenomen. Figuur 12 hieronder laat zien dat er met name voor (en door) de jeugd, jongeren en jongvolwassenen veel bijeenkomsten worden georganiseerd. Een bijeenkomst is vaak toegankelijk voor verschillende leeftijdscategorieën en wordt dan dus ook in meerdere leeftijdscategorieën meegeteld.

Figuur 12: Bijeenkomsten per leeftijdscategorie

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Jongerenwerk

In het jongerenwerk ligt de focus op het versterken van de eigen kracht en talent van een jongere. Er is aandacht voor veilig en gezond opgroeien met de daarbij behorende thema’s en activiteiten. Ook met vragen, ideeën of als jongeren behoefte hebben aan ondersteuning zijn er jongerenwerkers beschikbaar. We ondersteunen en begeleiden ook initiatiefgroepen en evenementen. Samen met jongeren werken wij hun ideeën uit en op deze wijze stimuleren wij de eigen verantwoordelijkheid voor het vormgeven van hun leefomgeving.

Binnen het jongerenwerk zijn veel plaatsgebonden activiteiten die bijvoorbeeld vaak in het jongerencentrum ’t Spoor plaatsvinden. Daarnaast is er ook het ambulant jongerenwerk waarbij de jongerenwerkers de plekken opzoeken waar de jongeren zijn.

De jongerenwerkers van 't Spoor
Versie:
v5.8.17

Met iWink Report maak je professionele online publicaties. Publicaties die je online, in print en als PDF-download kunt aanbieden.

En daarmee voldoe je direct aan de WCAG-wetgeving rond digitale toegankelijkheid.

Eenvoudig, veilig en efficiënt.

Meer over iWink Report