
Focuspunten

Intern begeleider/ pedagogisch coach
De intern begeleider biedt ondersteuning aan medewerkers die te maken hebben met peuters met ontwikkelings- of gedragsproblemen en opvoedvragen. Daarnaast observeren zij peuters en zorgen zij in samenspraak met ouders en medewerkers voor de best mogelijke begeleiding binnen de peutergroep. De intern begeleider informeert ouders over de ontwikkeling van hun kind, gedragspatronen en mogelijke verwijzingsmogelijkheden voor kinderen die dreigen vast te lopen in hun ontwikkeling. Elke twee maanden worden er kindbesprekingen gehouden met de pedagogisch medewerkers van de locaties, zodat zorgen tijdig kunnen worden opgepakt. Afspraken en voortgang worden gedocumenteerd in het kindvolgsysteem van Konnect.
De pedagogisch coach richt zich op het coachen en trainen van pedagogisch medewerkers in hun dagelijkse werk. De coach bespreekt en bewaakt de randvoorwaarden voor de begeleiding van peuters en zorgt ervoor dat het pedagogisch beleid consistent wordt toegepast. Een belangrijk aspect van de rol van de pedagogisch coach is het versterken van de pedagogische kwaliteit door middel van individuele of groepscoaching. Dit proces wordt vastgelegd in een coachplan, waarmee de pedagogische medewerkers ondersteund worden in hun professionele ontwikkeling.
Overdracht en doorgaande leerlijn
De GGD-wijkverpleegkundigen zijn verantwoordelijk voor het indiceren van doelgroepkinderen, vaak tijdens een consult op het consultatiebureau. In het afgelopen halfjaar is er, gemeente breed, een toename van het aantal afgegeven indicaties in vergelijking met het voorgaande jaar. Bijna de helft van alle peuters die bij ons geplaatst zijn, heeft een indicatie. Dit vraagt van de pedagogisch medewerkers een zorgvuldige afstemming om de juiste balans in de groep te vinden. Zij streven ernaar om elk kind de aandacht en begeleiding te geven die het nodig heeft. De intern begeleider heeft in 2024 zes keer overleg gevoerd met de coördinator wijkverpleegkundige om de zorg voor deze kinderen te waarborgen. In incidentele gevallen is er telefonisch of per mail contact geweest met de wijkverpleegkundige van de zorgkinderen. Om de verantwoordelijkheden en communicatielijnen duidelijker te maken, is er een overleg gepland tussen de GGD-verpleegkundige, aanbieders van VVE en de beleidsmedewerker van de gemeente. In 2024 zijn, na een screening door de intern begeleider en gesprekken met de ouders, in totaal vier kinderen van reguliere groepen uitgestroomd. Twee kinderen zijn naar de Taaltrein gegaan, een naar De Dolfijn en een naar het behandelcentrum Jeugd en Gezin.
Door in te stemmen met het convenant ‘Doorgaande leerlijn van voorschoolse naar vroegschoolse educatie’ geven organisaties aan zich samen met de gemeente Stadskanaal in te zetten voor een optimale invulling van de bepalingen in de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (wet OKE). Voor een goede doorgaande lijn is het van belang dat de werkzaamheden van de voorscholen (peuteropvang en kinderopvang) en de vroegscholen (groepen 1 en 2 van het basisonderwijs) efficiënt en effectief op elkaar aansluiten. Pedagogisch medewerkers zorgen, met toestemming van de ouders, voor een ‘warme’ overdracht van doelgroepkinderen naar de basisschool, maar ook naar een KDC (Kinderdagcentrum) of SBO (Speciaal Basisonderwijs). De intern begeleider neemt deel aan overleggen met collega-intern-begeleiders uit andere regio’s. Tijdens deze overleggen bespreken zij casussen, zoeken afstemming en geven advies. Om de samenwerking en afstemming voor een doorgaande ontwikkelings- en zorglijn verder inhoud te geven, is er een werkgroep opgericht: de Werkgroep Doorgaande Lijn VE. Deze werkgroep bestaat uit medewerkers van verschillende organisaties, waaronder:
- Scholengroep OPRON
- Scholengroep Perspectief
- Scholengroep Noorderbasis
- Scholengroep Primenius
- Stichting Peuterwerk
- Primenius Kinderopvang
- Kinderopvang Partou
- Kinderopvang Kids First COP Groep
- Kinderdagverblijf de Boerderij
- GGD
De werkgroep heeft als opdracht om de afspraken in het convenant nader uit te werken en te coördineren. In 2024 kwamen ze in februari, mei en oktober bijeen, waarbij de volgende onderwerpen werden besproken: de doorstroming van (zorg)peuters naar het basisonderwijs, de mogelijkheden voor een workshop voor pedagogisch medewerkers en onderbouwleerkrachten en bespreekpunten voor de Stuurgroep. Deze Stuurgroep ontvangt de notulen van de werkgroep ter inzage.In april 2024 is er een presentatie over Logo 3000 gegeven voor alle onderbouwleerkrachten, intern begeleiders (ib-ers) en pedagogisch medewerkers. Logo 3000 is een hulpmiddel om de woordenschat van kinderen op een leuke en speelse manier uit te breiden, en het helpt ook om elkaar beter te leren kennen.In november is er een bijeenkomst georganiseerd over het VVE en doorgaande leerlijn in samenwerking met een ervaren VVE-trainer. Wat houdt VVE in en wat kunnen we samen hierin betekenen. Deze bijeenkomst is goed bezocht en de bevindingen zijn in een volgend overleg besproken.Helaas zijn nog niet alle partijen vertegenwoordigd in de werkgroep en is de bezetting wisselend. De intern begeleider van Peuterwerk neemt het initiatief door de deelnemers uit te nodigen voor het overleg en het opstellen van een agenda.
In 2024 was de intern begeleider betrokken bij verschillende overleggen, waaronder drie bijeenkomsten van ‘Goede en kansrijke start, drie bijeenkomsten van ‘Het jonge kind’ georganiseerd door Peuterwerk Oldambt, en de teamleider was drie keer aanwezig bij het overleg ‘Brede School Musselkanaal’.
Oudertevredenheidsonderzoek
Vlak voor de zomervakantie is op alle locaties een tevredenheidsonderzoek uitgevoerd, met een respons van 39,7%. In totaal hebben 62 ouders hun mening gegeven over verschillende aspecten, zoals algemene tevredenheid, het gebouw en de inrichting, de pedagogisch medewerker, ouderbetrokkenheid en ontwikkelingsstimulering.
De betrokkenheid en dat het een fijne plek is om te leren. Mijn zoon vindt het er fantastisch, en verheugt zich echt op de twee dagen dat hij “naar school” mag.

Logopedie op de peuteropvang
Op peuteropvang Drie Turven Hoog wordt logopedie aangeboden in een nabijgelegen sporthal. Peuters worden door de ouders of de logopedist uit de groep gehaald voor een half uurtje logopedie. Omdat de logopedie dichtbij is, maken meer peuters en hun ouders hiervan gebruik, wat de taalontwikkeling bevordert. Pedagogisch medewerkers staan in direct contact met de logopedisten en maken gebruik van hun expertise. De oefeningen die de peuters meekrijgen, worden besproken en in de groep al spelenderwijs geoefend. Af en toe komt een logopedist de peuters op de locatie bekijken, waarna afspraken worden gemaakt met de pedagogisch medewerkers over de aanpak.
De ouders zijn erg tevreden over deze samenwerking. Op locatie Peuterkorf (Onstwedde) maken enkele peuters gebruik van de logopedie die al aanwezig is op de basisschool. Op de VVE+ groep wordt logopedie aangeboden via Praatmaatje. Echter, we signaleren dat er kinderen zijn die wel het advies krijgen om logopedie te krijgen, maar nog niet behandeld worden. Dit komt doordat de logopediepraktijken vaak een wachtlijst van twee tot drie maanden hebben. Ook komt het voor dat ouders besluiten om geen logopedie in te zetten. We kijken naar mogelijkheden om de samenwerking met logopedisten van reguliere basisscholen verder uit te breiden, zodat het voor ouders en kinderen makkelijker wordt om gebruik te maken van deze ondersteuning.
Vergroten bereik doelgroeppeuters
Om het bereik van doelgroeppeuters binnen de gemeente te vergroten, organiseren we ontdekochtenden en lenen we ontwikkelingsmateriaal uit.
Dreumesochtend
Op vier locaties kunnen ouders twee keer in de maand (met uitzondering van juli en augustus), samen met hun kind (1,5 tot 2,5 jr.), naar de dreumesochtend. De ochtend duurt twee uur. De ouders gaan het eerste half uur samen met hun kind spelen en maken kennis met verschillende spelmaterialen. De pedagogisch medewerker begeleidt het spel en geeft tips en adviezen. Halverwege de ochtend wordt een thema behandeld, zoals taalontwikkeling, zindelijkheid en gezonde voeding. Op alle locaties zijn deze dreumesgroepen een succes. Wij zien dat bijna alle dreumesen doorstromen naar de peuteropvang-locaties. Doordat de vaste onderdelen van de peuteropvang, zoals de kring en het zingen van de liedjes, zoveel mogelijk worden toegepast, verloopt de overgang naar de peuteropvang soepel. De kinderen zijn al gewend aan de vaste structuur en kennen al een aantal liedjes. Een voordeel van deze dreumesgroep is ook dat we in een eerder stadium achterstanden signaleren en opvoedingsondersteuning kunnen bieden waardoor we er vroeg bij kunnen zijn en erger (hopen) te voorkomen. In totaal hebben het afgelopen jaar 80 dreumesen gebruik gemaakt van de dreumesgroep.
Uitleen ontwikkelingsmateriaal
Gekoppeld aan de dreumesochtend kunnen ouders ontwikkelingsmateriaal lenen. Dit materiaal is bedoeld om het ontwikkelingsproces van kinderen positief te beïnvloeden. Bij verschillende leeftijden horen verschillende ontwikkelingsfasen, waarvoor passend spel- en ontwikkelingsmateriaal nodig is. Peuterwerk biedt de mogelijkheid om dit materiaal te lenen via de peuteropvang-locaties, omdat dit thuis vaak niet beschikbaar is en er geen spel-o-theek meer is in de gemeente. Het materiaal wordt in bruikleen gegeven en kan bij de volgende dreumesochtend geruild worden voor nieuw materiaal. Ouders maken hier graag gebruik van en gaan zorgvuldig om met de materialen. In sommige gevallen wordt het materiaal ook uitgeleend aan ouders van kinderen die al naar de peuteropvang gaan.
In totaal hebben in het afgelopen jaar 80 dreumesen gebruik gemaakt van de dreumesgroep. Bijna al deze dreumesen zijn doorgestroomd naar de peuteropvang.

Voorleesproject “Lees je me voor”
Voor sommige kinderen verloopt de taalontwikkeling minder voorspoedig, bijvoorbeeld door een taalachterstand bij ouders of het feit dat kinderen niet veel in aanraking komen met taal. Ons voorleesproject ‘Lees je me voor’ speelt in op deze behoeften. Vrijwilligers lezen voor aan peuters die extra taalondersteuning nodig hebben, op een laagdrempelige manier in de thuissituatie. Dit helpt de kinderen hun woordenschat uit te breiden en hun taalniveau te verhogen, wat leidt tot betere leerprestaties. Ouders worden actief betrokken bij de activiteiten.
In totaal hebben 38 kinderen deelgenomen aan dit project, met 12 vrijwilligers die wekelijks voorlazen. Dit is een mooie groei ten opzichte van vorig jaar toen er 29 kinderen zijn voorgelezen door 11 vrijwilligers. De wekelijkse contacten helpen een vertrouwensband op te bouwen en eventuele taalproblemen van ouders kunnen worden gesignaleerd en besproken. Als er extra hulp nodig is, wordt dit besproken met de coördinator, die kijkt naar de beste aanpak voor de hulpvraag.

Scholing
Het is belangrijk dat pedagogisch medewerkers regelmatig bijgeschoold worden. Dit jaar zijn er vier clusterbijeenkomsten geweest, waarin organisatorische zaken werden besproken. Daarnaast zijn er verschillende scholingsactiviteiten georganiseerd:
In maart hebben we een kwaliteitsavond gehad over “Jij als instrument”. De intern begeleider van Peuterwerk Oldambt heeft hierover een presentatie gegeven.
In juni hebben we een leerzame avond gehad met als onderwerp “Ouderbetrokkenheid”. Deze avond is er veel ingespeeld op de interacties van de pedagogisch medewerkers onderling over het onderwerp.
In juli hebben alle medewerkers een Til- en buktraining gevolgd en in november de training Veilig werken in de kinderopvang. Het jaar werd afgesloten met een training van de logopedisten van de GGD. Een leerzame middag.
Deze scholingsmomenten waren waardevol voor de medewerkers en hebben bijgedragen aan hun professionele ontwikkeling.