2.1. Collectieve ondersteuning
Vanuit Impuls organiseren en ondersteunen wij onder andere collectieve dienstverlening. In 2024 hadden wij 245 collectieve trajecten lopen. Daarnaast hebben wij 1.558 bijeenkomsten georganiseerd. Op deze bijeenkomsten kwamen 9.917 deelnemers af.
De tabel hieronder laat een vergelijking van het aantal collectieve trajecten, bijeenkomsten en deelnemers zien met 2023 en 2022.
| Jaar | Aantal collectieve trajecten | Bijeenkomsten | Deelnemers totaal |
|---|---|---|---|
| 2021 | 173 | 213 | 2.759 |
| 2022 | 103 | 775 | 8.038 |
| 2023 | 161 | 1.261 | 9.847 |
| 2024 | 245 | 1.558 | 9.917 |
Hieruit blijkt een toename van zowel het aantal trajecten als bijeenkomsten en deelnemers. Met name bij het aantal collectieve trajecten en bijeenkomsten is een significante toename te zien ten opzichte van 2023. Vaker zoeken we, in lijn met de transformatieopgave, een collectief antwoord op individuele vragen. Ook hebben we veel ingezet op zichtbaarheid, netwerken en samenwerken. Samengevat betekent dit dat we in 2024 meer inwoners hebben bereikt door middel van collectieve ondersteuning.
In onze collectieve dienstverlening maken we onderscheid tussen 5 verschillende soorten collectieve activiteiten. De tabel hierna laat het aantal activiteiten per soort zien.
| Aantal 2024 | |
|---|---|
| Open groep met inloop | 69 |
| Open groep eenmalig | 29 |
| Gesloten groep | 93 |
| Ondersteuning zelforganisatie | 25 |
| Deelname aan (professionele) netwerkoverleggen | 21 |
Collectieve trajecten per thema
In de onderstaande tabel hebben we het aantal collectieve trajecten per thema weergegeven.
| Thema | Aantal collectieve activiteiten |
|---|---|
| Jongerenwerk | 34 |
| Inburgering | 27 |
| Huiskamer | 18 |
| Mantelzorg | 16 |
| Schoolmaatschappelijk werk | 16 |
| Bewonersinitiatieven | 14 |
| Meer Bewegen voor Ouderen | 10 |
| Eenzaamheid | 8 |
| Wijk/dorpsraden | 8 |
| Naoberhulp | 7 |
| Training | 7 |
| Weerbaarheid | 7 |
| Statushouders | 5 |
| Maatschappelijk werk | 4 |
| Veerkracht | 4 |
| VIP | 4 |
| Taalhuis | 3 |
| Vervoer | 3 |
| Budgetcoaching | 2 |
| Dorps coördinatie | 2 |
| Jonge Mantelzorgers | 2 |
| Kinderen van gescheiden ouders | 2 |
| Vrijwilligers | 2 |
| Armoede | 1 |
| Cultuur | 1 |
| Maatjes | 1 |
| Sociale Activering | 1 |
Impactmeting collectieve activiteiten: gemiddelde scores per KPI
Door middel van vragenlijsten meten wede impact van onze collectieve dienstverlening. De impact van een collectieve activiteit wordt inzichtelijk gemaakt door de deelnemers te bevragen over de verandering die zij zien ten gevolge van de inzet van de sociaal werker en deelname aan de activiteit. We brengen dit in kaart door te tellen en vertellen.
De onderstaande tabel laat zien welke aspecten van de impact van onze collectieve dienstverlening gemeten worden. We zien dat we in 2024 op alle aspecten een 8 of hoger scoren. Inbedding en erkend voelen scoren met het cijfer 9,2 afgerond het hoogst. Inbedding heeft betrekking op de impact van een collectieve activiteit op omgeving, zoals de buurt of straat, en de mate van stabiliteit die het heeft. In hoeverre is er sprake van een duurzame, blijvende structuur? Erkend voelen heeft daarnaast betrekking op je gezien of gehoord voelen.
De binnenkomst bij Impuls is altijd warm. Ik word goed geholpen om het overzicht in mijn leven weer terug te vinden als het even teveel wordt.
Onze zoon vond de gesprekken fijn. Hij voelde zich gehoord.
Zo ontzettend fijn dat iedereen als uniek wordt gezien. Iedereen wordt geaccepteerd voor hoe hij/zij is en er is oprechte aandacht.
2.2. Individuele ondersteuning
Bij onze individuele ondersteuning maken we onderscheid tussen individuele- en leun en steuntrajecten. Individuele trajecten zijn in principe kortdurend van aard en hebben een duidelijk doel vooraf. Leun en steun trajecten daarentegen kunnen langer duren en zijn meer bedoeld om een situatie stabiel of een vinger aan de pols te houden. Daarnaast hebben we ook eenmalige informatie- en adviescontacten waarmee we inwoners met een vraag direct verder helpen.
De afgelopen jaren is het aantal trajecten individuele ondersteuning ieder jaar gestegen. De toename heeft onder meer te maken met een verandering in registratie. Eerder werden de trajecten die vanuit het project Schuifjes dicht kwamen geregistreerd als leun en steun trajecten. Dit project is inmiddels afgesloten. De doorverwijzingen die nu vanuit Attenta komen worden vaak opgepakt als individueel traject. Daarnaast is het team uitgebreid wat er ook toe leidt dat er meer trajecten opgepakt kunnen worden.
Wel is het aantal leun en steun trajecten in 2024 gedaald. Het totaal aantal trajecten komt daarmee op 660 in 2024. In 2023 hebben we een totaal van 803 trajecten behandeld.
Ook zetten we bewust in op collectief aanbod. Dit is ook terug te zien in de cijfers. Het aantal collectieve activiteiten is toegenomen van 161 in 2023 naar 245 in 2024.
Top 10 hoofddomeinen
Bij onze individuele trajecten maken wij gebruik van de Zelfredzaamheidsmatrix (ZRM). Dit is een instrument waarmee we de mate van zelfredzaamheid van inwoners in kaart brengen. Het geeft inzicht in verschillende leefgebieden, zoals financiën, huisvesting, gezondheid en sociale relaties. De sociaal werkers gebruiken de ZRM om samen met de inwoner te bepalen waar ondersteuning nodig is en om de voortgang in beeld te brengen gedurende het traject. Zo bepalen we bij de intake van een individueel traject op welk hoofddomein of welke domeinen van de ZRM de hulpvraag betrekking heeft.
Als we terugblikken op 2024 zien we dat de meeste hulpvragen gingen over financiën, gevolgd door geestelijke gezondheid. Ook vragen over het sociaal netwerk, huiselijke relaties en maatschappelijke participatie kwamen relatief veel voor. We zien vaak dat bij een individueel traject meerdere hulpvragen een rol spelen. Zo hebben financiële problemen vaak ook impact op de geestelijke gezondheid van inwoners, aangezien het voor stress en spanning kan zorgen. Dit kan ook weer doorwerken op het gebied van huiselijke relaties of de opvoeding.
De volgende diagram laat de top 10 van hoofddomeinen zien in vergelijking met de aantallen van 2023.
Uit de vergelijking met 2023 blijkt dat het aantal vragen over geestelijke gezondheid gelijk is gebleven in 2024, maar het aantal vragen over financiën is significant gestegen. Naast dat er meer medewerkers zijn die zich met financiële vragen bezighouden, zien we ook een toename van het aantal doorverwijzingen van inwoners met financiële problematiek. Daarnaast is dit ook een gevolg van onze inzet op vroegsignalering.
Het overzicht laat verder zien dat er ook bij veel andere hoofddomeinen een lichte stijging te zien is. Zo komen er, in vergelijking met 2023, bijvoorbeeld meer signalen rondom middelengebruik terecht bij de jongerenwerkers, en zien we een stijging in het aantal vragen over lichamelijke gezondheid en huisvesting.
Leeftijdsspreiding
Aan de hand van onze registratie kunnen we de leeftijdsverdeling van inwoners die door ons geholpen zijn inzichtelijk maken. De volgende diagram geeft een overzicht van de leeftijdscategorieën als percentage van het totaal aantal individuele trajecten. We zien dat de leeftijdscategorie 27-55 jaar het meest vertegenwoordigd is. Echter, deze leeftijdscategorie is qua jaren ook ongeveer drie keer zo groot als de andere categorieën, dus dit geeft een iets vertekend beeld. Overigens zien we wel een belangrijke reden waarom deze leeftijdscategorie veel met Impuls in aanmerking komt. In deze leeftijd gebeuren veel life-events (zoals scheiding, verhuizing of schulden etc.) waardoor ondersteuning van Impuls nodig kan zijn.
Als we kijken naar het geheel valt met name op dat het aandeel trajecten in de categorie 27-55 jaar is gestegen. Daarnaast zien we ook dat het aantal trajecten in de categorieën 4-12 jaar, 18-27 jaar en 55-65 jaar relatief gezien licht zijn toegenomen ten opzichte van 2023.
Om de bovenstaande aantallen te bezien in het licht van de lokale bevolkingsopbouw in de gemeente Aa en Hunze, hebben we hierna de percentages per leeftijdscategorie in de gemeente over de jaren 2022 tot en met 2024 toegevoegd. De leeftijdscategorieën komen niet geheel overeen met de bovenstaande omdat ze uit verschillende monitoringsystemen afkomstig zijn, maar het geeft wel een beeld.
Wanneer we de leeftijdsverdeling van de inwoners in de gemeente Aa en Hunze naast de verdeling van de trajecten zetten, valt op dat bepaalde leeftijdsgroepen relatief vaker of juist minder vaak ondersteuning ontvangen.
Zo is het aandeel trajecten voor kinderen van 4-12 jaar (15,7%) hoger dan hun geschatte aandeel in de bevolking (circa 6,5%). Ook jongeren tussen de 12 en 27 jaar zijn wat vaker in beeld: ongeveer 20% van de trajecten vielen in deze leeftijdsgroep, terwijl zij naar schatting 10-15% van de bevolking vormen. Dit zou kunnen samenhangen met een grotere ondersteuningsbehoefte rondom opvoeding, school, werk of andere ontwikkelvraagstukken.
In de categorie 45-65 jaar is het omgekeerde zichtbaar: dit is de grootste leeftijdsgroep in de gemeente, maar hun aandeel in de ondersteuning is relatief beperkt. Mogelijk speelt mee dat er in deze levensfase gemiddeld genomen minder vaak sprake is van grote veranderingen of ondersteuningsvragen.
Tot slot is ook de groep 65-plussers (ongeveer 28,5% van de inwoners) relatief minder vertegenwoordigd in het ondersteuningsaanbod (18,1%).
Bij deze cijfers moet worden opgemerkt dat het om globale vergelijkingen gaat. De gebruikte leeftijdscategorieën sluiten niet precies op elkaar aan en bieden daarmee vooral een indicatie van de verhouding tussen bevolkingssamenstelling en de inzet van welzijnsondersteuning.
Trajecten per wijk
In de afbeelding hieronder is het zien in welke dorpen en buurten de inwoners wonen die individuele ondersteuning kregen in 2024. De meeste inwoners komen uit Gieten (150) en Gasselternijveen (123), gevolgd door Annen (89) en Rolde (74).
Complexiteit van trajecten
De volgende staafdiagram laat de mate van complexiteit zien van de individuele trajecten in 2024, in vergelijking met de jaren 2021, 2022 en 2023. Het gaat hier om percentages van het totale aantal individuele en leun en steun trajecten.
De diagram laat zien dat het percentage redelijk complexe en zeer complexe trajecten licht is toegenomen ten opzichte van 2023 en het aantal niet complexe trajecten licht is afgenomen. Hoewel het niet om heel significante verschillen gaat ten opzichte van 2023, is uit de diagram wel op te maken dat het aantal zeer complexe problemen sinds 2021 elk jaar is toegenomen.
De toename van (zeer) complexe casussen komt onder meer doordat vaker naar Impuls wordt doorverwezen als gevolg van o.a. wachtlijsten in de GGZ. Daarnaast zijn we beter zichtbaar en toegankelijk geworden, met meer expertise in huis (zoals een gezinscoach), een gerichte bedrijfsvoering en sterkere netwerken. Hierdoor kunnen er meer inwoners ondersteund worden in het voorliggend veld.
Ook spelen wellicht andere oorzaken mee zoals economische onzekerheid, veranderingen in sociale structuren, vergrijzing, toegenomen druk op sociale voorzieningen, en een groeiende bewustwording en acceptatie van hulpzoekend gedrag.
Top 5 hoofddomeinen bij informatie & advies vragen
Ook bij onze informatie- en adviescontacten registeren wij het hoofddomein van de ZRM waar de vraag betrekking op heeft. Net als bij de individuele trajecten kunnen wij op dit gebied dus achteraf zien waar de vragen van mensen over gingen. Bij informatie en advies (I&A) zien we in de grafiek hierna dat verreweg de meeste vragen in 2024 gingen over financiën. Daarna volgen geestelijke gezondheid, lichamelijke gezondheid, sociaal netwerk en huisvesting.
In vergelijking met 2023 zijn er in 2024 meer I&A vragen geregistreerd. Dit komt onder andere doordat onze werkwijze daar meer op is ingericht. Er is meer op gestuurd om deze vragen goed in kaart te brengen. De sociaal werkers krijgen zoveel vragen vanuit inwoners en het is belangrijk om goed inzichtelijk te hebben om wat voor vragen het gaat.
Hoe komen inwoners bij Impuls?
We hebben gewerkt aan meer zichtbaarheid, zijn gegroeid en organiseren en coördineren meer projecten. Hierdoor weten steeds meer inwoners de weg naar Impuls zelf te vinden. Daarnaast worden inwoners naar ons verwezen. De meeste doorverwijzingen komen van Stichting Attenta, de gemeente, de huisarts en het Dr. Nassau College.
