
Leren
De Badde biedt in 2024 op meerdere aspecten ondersteuning om de kansen op het gebied van leren te vergroten. In Pekela werken onderwijs, gemeente, jeugdhulp en andere partijen samen om elk kind stevige wortels en vleugels te geven door hun talenten zichtbaar te maken en te stimuleren. Hieronder wordt onze inzet schematisch weergegeven.

Individuele ondersteuning
De ondersteuning binnen het thema Leren is ten opzichte van 2023 vrijwel gelijk gebleven, met 115 individuele trajecten en 9 Leun & Steun in 2023. Het schoolmaatschappelijk werk is toegenomen, evenals de ambulante ondersteuning voor jongvolwassenen. De gezinsondersteuning is daarentegen licht afgenomen.
Binnen het thema Leren zijn de drie meest voorkomende hulpvragen gebaseerd op de ZRM-hoofddomeinen: mentale gezondheid, huiselijke relaties en sociaal-emotionele ondersteuning (ouderschap). In 86% van de afgesloten casussen is de beoogde doelstelling of groei bereikt.
Ambulante ondersteuning jongvolwassenen
In 2024 hebben we binnen de ambulante ondersteuning voor jongvolwassenen 8 trajecten succesvol afgerond, waaronder enkele langdurige trajecten. Daarnaast zijn er 9 nieuwe trajecten gestart. Hierdoor is de gemiddelde doorlooptijd ten opzichte van 2023 afgenomen.
Drie van de jongeren die we ondersteunden, waren dakloos. Twee van hen hebben via Housing First (Limor) een stabiele woonplek gevonden, terwijl één jongere noodgedwongen naar de acute opvang van Wender in Groningen is gegaan. De vraag naar passende woonruimte voor jongeren tussen de 18 en 25 jaar neemt de afgelopen maanden toe. Betaalbare en geschikte huisvesting is nauwelijks beschikbaar, waardoor jongeren vastlopen en langer in kwetsbare situaties blijven. Tegelijkertijd worden de hulpvragen complexer, mede doordat de basis-GGZ niet langer beschikbaar is. In samenwerking met de praktijkondersteuner van de huisartsen stellen we weliswaar passende plannen op, maar in veel gevallen is intensievere zorg nodig. De lange wachtlijsten voor verdere hulpverlening maken de situatie extra kwetsbaar voor deze jongeren.
Praktische gezinsondersteuning
Onze Praktische Gezinsondersteuning (PGO) biedt flexibele, oplossingsgerichte hulp aan gezinnen met meervoudige problemen. We ondersteunen bij vaardigheden, structuur en het versterken van eigen kracht binnen het netwerk. De grootste stressfactor wordt als eerste aangepakt, wat vaak leidt tot bredere verbeteringen. We werken volgens het principe: één gezin, één hulpverlener, één plan, met aandacht voor opvoeding, financiën, huishouding, relaties en gezondheid. Dit bevordert vertrouwen en bereikt zorgmijders. Begeleiding is intensief waar nodig en wordt afgeschaald waar mogelijk.
Ontwikkelingen
In 2024 hebben we 24 gezinnen ondersteund met praktische gezinsondersteuning. In de eerste vijf maanden van het jaar zijn er echter geen verwijzingen voor PGO bij De Badde binnengekomen. De aanmeldingen voor PGO verlopen standaard via de casusregisseurs van team Jeugd van de gemeente Pekela. Het bleek dat De Badde minder zichtbaar was bij deze regisseurs, waardoor vaker werd doorverwezen naar geïndiceerde zorg. Om hier verandering in te brengen, hebben we PGO extra onder de aandacht gebracht bij team Jeugd. Dit heeft vanaf juni resultaat opgeleverd: we hebben in de tweede helft van het jaar 8 nieuwe trajecten opgestart. Het gemiddeld aantal contacten per casus lag hoog, 31 contacten, wat neerkomt op een totaal van 552 contacten in 2024. In totaal zijn er 9 trajecten afgesloten, waarvan veel langdurige trajecten. Slechts in twee gevallen was doorverwijzing nodig: één traject vereiste structurele ondersteuning in het weekend, bij het andere traject was sprake van een verhuizing. Deze resultaten onderstrepen het belang van blijvende samenwerking en zichtbaarheid binnen het lokale zorgnetwerk, zodat gezinnen tijdig de juiste ondersteuning ontvangen.

Afsluiten trajecten
Twee gezinnen waarbij we in 2024 het traject hebben afgesloten, waren bij de start wantrouwend tegenover hulpverlening. We hebben de tijd genomen om een vertrouwensband op te bouwen. De ouders waren zelf opgegroeid met negatieve ervaringen omtrent jeugdzorg. Het is heel fijn dat wij vanuit PGO ook de ruimte hebben om alle tijd te nemen die we nodig hebben om die vertrouwensband op te bouwen. Er was in de gezinnen sprake van meervoudige problematiek en veel stress en onrust. Er werd regelmatig naar de kinderen geschreeuwd vanuit onmacht. Structuur in de dagelijkse dingen aanbrengen was moeilijk voor de ouders en dat zag je ook terug in het huishouden. Uiteindelijk is het gelukt om een zekere mate van stabiliteit op alle vlakken te realiseren. Na nog langere tijd contact te hebben gehouden via Leun en Steun hebben we gezamenlijk kunnen besluiten dat het hun nu lukt om zelfstandig verder te gaan. Daarbij hebben ze natuurlijk altijd de mogelijkheid om contact met ons op te nemen als het even niet meer goed gaat of als ze even iets willen overleggen. Eén van de gezinnen doet dit ook af en toe of geeft gewoon even een update. Het andere gezin heeft dit nog niet nodig gevonden.
De impact van ons werk is heel groot. Dit heeft te maken met:
- De tijd die we ervoor kunnen nemen om een vertrouwensband op te bouwen
- Niet te oordelen, of aan onze eigen normen en waarden vast houden
- We staan naast de cliënt en niet erboven
- We motiveren de ouders om zelf over oplossingen na te denken en vermijden (waar mogelijk) het geven van adviezen.
Casus Praktische gezinsondersteuning
In 2022 startte de praktische gezinsondersteuning na het overlijden van de moeder. De vader van de kinderen was wel in beeld, maar had tot dat moment geen actieve opvoedrol. Na het overlijden van de moeder trok hij bij de kinderen in en nam hij de zorg en opvoeding op zich.
Onze betrokkenheid bij het gezin begon eerder via PGO, naar aanleiding van een melding bij Veilig Thuis. De moeder weigerde hulp en ondersteuning. Na maanden van contact opbouwen lukte het uiteindelijk om haar te begeleiden. Helaas overleed zij plotseling.
Na haar overlijden was ik de enige die door de vader werd toegelaten, omdat hij wist dat ik al bij het gezin over de vloer kwam. Vanaf dat moment kon ik hem ondersteunen bij alle praktische en emotionele zaken die bij het verlies kwamen kijken. Omdat de vader geen officieel gezag had over zijn kinderen, werd JBNoord tijdelijk belast met het ouderlijk gezag. Ik begeleidde vader in de communicatie met de betrokken instanties en hielp hem bij het regelen van praktische zaken.
Naarmate de tijd verstreek, bleef mijn betrokkenheid bestaan. Wekelijks bezoek ik vader en de kinderen. Tijdens deze gesprekken bespreken we opvoedkundige vraagstukken, praktische uitdagingen en ventileren we over het leven. Vader heeft een zwaar verleden en kent veel negatieve ervaringen met hulpverleningsinstanties. Door de laagdrempelige en langdurige aanpak van PGO is het gelukt om een stabiele en vertrouwelijke ondersteuning te bieden. Dit heeft ervoor gezorgd dat er continu zicht blijft op het gezin en dat vader de ruimte voelt om hulp te accepteren wanneer dat nodig is.
Collectieve ondersteuning
De collectieve ondersteuning, met als doel het bijdragen aan het thema leren, richt zich voornamelijk op het ondersteunen van inwoners (jongeren) in hun ontwikkeling. Daarnaast creëren we een ondersteunende omgeving waarin jonge moeders zich kunnen ontwikkelen in sociaal emotionele en cognitieve vaardigheden. Er wordt opnieuw een onderscheid gemaakt tussen verschillende vormen van collectieve ondersteuning, zoals beschreven in hoofdstuk 1. In de onderstaande tabel wordt zichtbaar gemaakt welke collectieve activiteiten vallen onder het thema leren. Vervolgens wordt met verschillende voorbeelden de impact duidelijk gemaakt. Bij het thema leren waren er in 2024, 207 bijeenkomsten met ruim 4500 deelnemers. Figuur 3 (aan het begin van het hoofdstuk) geeft een schematische weergave van de collectieve ondersteuning bij het thema Leren.
Taalnetwerk Pekela
Het Taalnetwerk Pekela is een samenwerking tussen Taalhuis Pekela, Biblionet, De Badde, Humanitas, Alfa College, Stichting Lezen en Schrijven en de gemeente Pekela. Samen zetten we ons in voor het bevorderen van taalvaardigheid binnen de gemeente.
Het Taalnetwerk Pekela vormt de kerngroep en functioneert niet als een stuur- of werkgroep. We komen twee keer per jaar bijeen om de samenwerking te versterken en de onderlinge verbinding te bewaken. Daarnaast organiseren we thematische ketenoverleggen op basis van behoefte, waarbij we ook taalambassadeurs betrekken. Een belangrijke mijlpaal dit jaar was de succesvolle audit, waarmee het Taalhuis officieel gecertificeerd is. Dit bevestigt de kwaliteit van de inzet en biedt een solide basis om ook in de toekomst laagdrempelige taalondersteuning te blijven bieden.
Schoolmaatschappelijk werk
Met meerdere schoolmaatschappelijk werkers binnen onze gemeente, met zeven basisscholen en één middelbare school, kunnen we snel schakelen en dicht bij kinderen, jongeren, ouders en scholen staan. Ook in 2024 hebben we samen met hen veel kunnen betekenen.
De hulpvragen zijn divers en vaak ingrijpend: kinderen die worstelen met de gevolgen van een scheiding, huiselijk geweld, de druk van sociale media, of de lat die soms onrealistisch hoog wordt gelegd. Verdriet om het missen van een ouder of familielid, schoolverzuim, lichamelijke beperkingen, vragen over seksualiteit en identiteit het zijn onderwerpen die veel kinderen en jongeren bezighouden.
Naast individuele begeleiding bieden we ook groepstrajecten, zoals:
- KIES-groep (Kinderen In Een Scheiding): Sinds dit jaar ook tijdens schooltijd, waardoor het voor kinderen makkelijker is om deel te nemen.
- Kikkergroep: Bijeenkomsten voor jonge kinderen (4-7 jaar) die getuige zijn geweest van of betrokken waren bij huiselijk geweld. In een veilige omgeving leren zij hun gevoelens herkennen, benoemen en delen. Bij de kikkergroep krijgen zij de ruimte om hun ervaringen een plek te geven en de impact van spanningen en geweld te verminderen.
- Project ‘Ieder kind telt mee’: Klassikale lessen over armoede en ongelijkheid. We zien hoe open kinderen over dit onderwerp kunnen zijn, wat waardevolle gesprekken oplevert. Daarnaast wordt een collega met expertise in financiële hulpmiddelen nu structureel ingezet, wat zorgt voor snellere en gerichtere ondersteuning voor ouders. Dit project wordt blijvend geïntegreerd binnen het schoolmaatschappelijk werk.
Aanmeldingen voor het schoolmaatschappelijk werk komen vanuit scholen, ouders, GGD, casusregie, huisartsen en praktijkondersteuners (POH). We streven ernaar binnen 24 uur te reageren, een casus op te pakken en contact te leggen. Deze snelheid wordt vaak gewaardeerd en draagt bij aan effectieve ondersteuning. De samenwerking met gemeentelijke partners, GGZ en Elker verloopt uitstekend. Door de korte lijnen kunnen we snel overleggen, advies inwinnen en afstemmen. Dit vergemakkelijkt ook de doorstroom tussen de eerstelijnszorg en gespecialiseerde hulp.
De kinderen die hebben meegedaan aan de KIES groep geven aan dat het fijn is geweest verhalen, zorgen, emoties maar ook vraagstukken hebben kunnen delen in de groep. Ze hebben elkaar gesteund en elkaar tips en adviezen kunnen meegeven. Ze voelden zich veilig in de groep en voelden zich gehoord door de coaches en door elkaar. Het voelt minder alleen.

Jongerenwerk
In 2024 hebben we met Activiteitencentrum De Badde – Voor Jongeren, Door Jongeren een belangrijke stap gezet in de verdere professionalisering en uitbreiding van het jongerenwerk in de gemeente Pekela. Dit centrum is ontstaan vanuit de behoefte om jongeren niet alleen outreachend te ondersteunen, maar hen ook een fysieke plek te bieden waar zij zich kunnen ontwikkelen, ontmoeten en hun talenten kunnen ontdekken.
Bij de opzet en werkwijze hanteren we het gedachtegoed van Asset-Based Community Development (ABCD), waarbij we uitgaan van de kracht en talenten van jongeren en de gemeenschap zelf. Hieronder beschrijven we de belangrijkste ontwikkelingen, activiteiten en kansen die in 2024 zijn gerealiseerd.
Het activiteitencentrum is in 2024 opgericht als integraal onderdeel van het jongerenwerk in Pekela. Het centrum combineert outreachend en accommodatiegericht werken en richt zich op samenlevingsopbouw. Een van de eerste stappen was het in kaart brengen van de behoeften van jongeren. Dit hebben we onder andere gedaan via straatinterviews met een stagiair van de Hanzehogeschool. Hieruit bleek dat jongeren behoefte hebben aan innovatieve manieren om het verleden te verkennen, zoals VR-technologie en aan een eigen plek voor activiteiten. Deze inzichten vormden de basis voor de inrichting en programmering van het centrum.
We hebben ingezet op samenwerking met lokale vrijwilligers en organisaties om de verbinding tussen jongeren, de wijk en het centrum te versterken. De buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) en de wijkagent sluiten regelmatig aan bij het Jongerencentrum. Dit stelt jongeren in staat om de politie te leren kennen als vertrouwde en benaderbare figuren, wat bijdraagt aan een betere relatie en een veiligere buurt. Daarnaast hebben we samen met DeClick van Stichting Deinum een tweede werkplaats opgezet, waar jongeren extra mogelijkheden krijgen om hun talenten te ontwikkelen.

Renovatie
In augustus is gestart met de renovatie van het activiteitencentrum. Jongeren hebben hier een actieve rol in gespeeld, van tuinonderhoud tot het schilderen en inrichten van de ruimtes. Dit participatieve proces zorgde niet alleen voor een mooi eindresultaat, maar vergrootte ook de betrokkenheid en trots onder jongeren. Op 2 oktober vond de officiële opening plaats.
Activiteiten
Het activiteitencentrum biedt inmiddels een breed scala aan activiteiten, afgestemd op de wensen en behoeften van jongeren. Enkele voorbeelden zijn:
- Knutselmiddagen: Drie enthousiaste vrijwilligers organiseren creatieve activiteiten voor basisschoolkinderen.
- Gamen en bewegen: Op woensdagmiddagen kunnen jongeren in het centrum samen gamen en sporten.
- Theeleuten met Sheda: Een laagdrempelige maandagmiddagactiviteit voor jongeren vanaf 10 jaar, begeleid door stagiaire Sheda. We bieden hier een veilige plek voor kinderen waar ze bij kunnen komen van hun schooldag.
- Beautyavonden: Gericht op persoonlijke verzorging voor zowel jongens als meisjes. Oudere jongeren begeleiden hierbij de jongere deelnemers, wat bijdraagt aan sociale cohesie en persoonlijke ontwikkeling.
- Huiswerkbegeleiding: Georganiseerd in het centrum en op externe locaties, zoals de bibliotheek in Oude Pekela, afhankelijk van de behoeften van jongeren.
- Vuurwerk: In december hebben we het centrum vaker in de avonden opengesteld om jongeren een veilige en warme plek te bieden. Dit heeft bijgedragen aan het voorkomen van vuurwerkoverlast en groepsvorming op straat.
Het peer-to-peer-model* binnen deze activiteiten zorgt ervoor dat jongeren niet alleen deelnemen, maar ook zelf een actieve rol spelen in het begeleiden en ondersteunen van anderen. Uiteindelijk is de bedoeling dat de jongeren de activiteiten zelf gaan organiseren. Dit versterkt hun verantwoordelijkheidsgevoel en sociale vaardigheden.
Het activiteitencentrum fungeert als een belangrijke schakel in de wijk. Jongeren en vrijwilligers werken samen en ondersteunen elkaar, bijvoorbeeld tijdens de knutselmiddagen, waar oudere jongeren helpen bij het begeleiden van kinderen. Dit versterkt de verbinding tussen generaties en draagt bij aan een betrokken gemeenschap.
*Het peer-to-peer-model is een methode waarbij leeftijdsgenoten elkaar begeleiden, ondersteunen en van elkaar leren. In dit model nemen jongeren niet alleen deel aan activiteiten, maar spelen ze ook een actieve rol in het begeleiden van anderen. Dit bevordert sociale vaardigheden, verantwoordelijkheid en een gevoel van betrokkenheid binnen de groep.

Trends en ontwikkelingen
Ook binnen het thema Leren zien enkele belangrijke trends. Er is een toename in het gebruik van vapes onder jongeren, wat zorgen oproept over hun gezondheid. Ook zien we nog regelmatig dat mentale problemen als gevolg van de coronapandemie een rol spelen. Jongeren die lange tijd thuis hebben gezeten, ervaren moeilijkheden bij het opnieuw oppakken van sociale interacties en groepsgedrag.
Vanuit het schoolmaatschappelijk werk en het jongerenwerk valt het op dat schoolverzuim gemakkelijker lijkt te worden geaccepteerd, waarbij kinderen sneller thuisblijven. Zo zien we kinderen die overdag niet naar school zijn gegaan, 's middags of 's avonds wel naar het activiteitencentrum komen. We gaan hierover het gesprek aan met de kinderen (en hun ouders), om hen bewust te maken van het belang van school. Tegelijkertijd vinden we het belangrijk dat zij het activiteitencentrum blijven zien als een vertrouwde en veilige plek, waar zij terechtkunnen met hun vragen en zorgen, vooral als dit op een andere plek (even) niet lukt. Daarnaast horen we van scholen dat ouders steeds vaker met een (over)assertieve houding naar voren treden, bijvoorbeeld wanneer op school een telefoon wordt afgenomen. Er lijkt een verschuiving te ontstaan waarbij ouders zich meer als vriend opstellen dan als opvoeder.
Deze ontwikkelingen vragen om een gezamenlijke aanpak van scholen, ouders en sociaal werkers om jongeren beter te ondersteunen bij hun leerproces en sociale ontwikkeling.