Samenstelling en honorering Raad van Toezicht
De RvT bestond in 2023 uit zes leden. Per 1 januari 2023 namen drie leden afscheid in verband met het verstrijken van hun derde termijn. Met ingang van 1 januari 2023 zijn twee nieuwe leden benoemd: de heer Van der Wijk als voorzitter van de RvT, tevens lid van de Remuneratiecommissie, en de heer Hobma als regulier lid van de RvT met als expertise bedrijfsvoering en ICT, tevens lid van de Auditcommissie.
Alle RvT-leden hebben een zittingstermijn van drie jaar, met de mogelijkheid van twee herbenoemingen voor een periode van drie jaar. De leden treden af volgens een door de RvT vastgesteld rooster. De raad is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, het bestuur en andere mogelijke belanghebbenden, onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. Voorts is ingezet op een zo goed mogelijke vertegenwoordiging van verschillende kennisdomeinen binnen de raad.
Voor een volledig overzicht van de toezichthouders per 31 december 2023 wordt verwezen naar de bijlage.
4.1 Herbenoemingen
In de RvT-vergadering van juni is de heer Jellema voor een derde (tevens laatste) termijn benoemd, in de vergadering van november zijn mevrouw Comino en mevrouw Tadema beide voor een tweede termijn benoemd. Met alle drie de leden zijn gesprekken gevoerd door de Remuneratiecommissie om te bespreken of de desbetreffende leden ook voor een volgende termijn pasten bij de fase van organisatieontwikkeling.
4.2 Honorering
Ten aanzien van de huidige honorering van de RvT is het advies van de NVTZ als uitgangspunt genomen, waarbij de RvT heeft besloten het honorarium van de RvT respectievelijk 5% (lid) en 7,5% (voorzitter) te laten zijn van het WNT-bezoldigingsmaximum dat op de bestuurder van toepassing is. Afwegingen die bij de totstandkoming van deze regeling onder meer een rol speelden, zijn de toenemende complexiteit en intensiteit van het domein waarbinnen de organisatie opereert, de groei van de organisatie en de toenemende druk op toezichthouders om zich in hun rol nadrukkelijker te profileren en verantwoording af te leggen in het maatschappelijk domein.
