Spring naar inhoud

Onze dienstverlening in cijfers

Onze dienstverlening in cijfers

We beginnen dit jaarverslag met de presentatie van onze dienstverlening in cijfers. Waar mogelijk vergelijken we deze met voorgaande jaren en met onze collega’s in andere gemeenten. Door middel van cijfers kunnen we onze inzet verantwoorden en cijfers bieden ons ook zicht op de impact die wij met onze dienstverlening bereiken.

2.1 Algemeen

Minder collectieve trajecten en leun en steun in 2022; meer individuele trajecten en informatie en adviesaanvragen. 

In dit jaarverslag maken wij onderscheid tussen vier verschillende ondersteuningsvormen:

  • collectieve trajecten: Het gaat hierbij om ondersteuning in groepsverband. Wij pakken hulpvragen collectief op wanneer bepaalde individuele hulpvragen vaker voorkomen.
  • informatie en advies: Een ondersteuningsvraag valt onder informatie en advies wanneer een inwoner een relatief eenvoudige vraag heeft, die in de meeste gevallen na één contactmoment beantwoord kan worden.
  • leun en steuncontacten: In vergelijking met individuele trajecten, gaat het bij leun en steuncontacten om hulpvragen die minder frequente ondersteuning van ons vragen en waarbij de inwoner ‘een steuntje in de rug’ nodig heeft. Vaak volgt een leun en steuncontact na een individueel traject. 
  • individuele trajecten: Wij kiezen voor een individueel traject wanneer een inwoner een complexe hulpvraag heeft die frequente ondersteuning van ons vraagt. Gedurende een individueel traject werken wij naar een concreet doel. 

In de eerste figuur van dit jaarverslag laten wij het totaal aantal casussen per ondersteuningsvorm zien. Het gaat hier om de casussen die in behandeling zijn. De aantallen uit 2022 vergelijken wij met de vier voorgaande jaren. We zien een duidelijke groei in het aantal individuele trajecten. Hierdoor werken we sinds 2022 met een wachtlijst. Dit in overleg met de gemeente. Bij onze collega’s binnen de Tintengroep is deze stijging van individuele trajecten ook terug te zien. 

Ten opzichte van 2021, zien we dat er weer meer informatie en adviesaanvragen worden geregistreerd. Na de coronaperiode, troffen we langzamerhand weer meer inwoners op straat en bij collectieve activiteiten.

De leun en steuncontacten blijven dalen. Bij navraag bij maatschappelijk werkers blijken veel casussen te complex zijn voor een leun en steuncontact. ‘Ze moeten er bovenop zitten.’ Daarnaast zijn we steeds kritischer over wat we onder welke ondersteuningsvorm rapporteren. Onze collega’s binnen de Tintengroep hebben ook te maken met een sterke terugloop van de leun en steuncontacten.

In 2022 hebben we onze collectieve trajecten handmatig omgezet naar een nieuwe applicatie binnen ons registratiesysteem. Het doel hiervan is om uiteindelijk de (door inwoners ervaren) impact van onze collectieve trajecten beter in kaart te brengen. We hebben daarbij inactieve collectieve trajecten verwijderd, waardoor het aantal collectieve trajecten in ons registratiesysteem is verminderd. Bij een aantal van onze collega’s binnen de Tintengroep is er wel weer een stijging te zien van de collectieve trajecten. In 2023 hopen we dit als Mensenwerk Hogeland ook weer te bereiken. 

Figuur 1: Aantallen per ondersteuningsvorm

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  Individuele trajecten Leun & steuncontacten Informatie & Advies aanvragen Collectieve ondersteuning
2018 332 155 154 88
2019 549 182 842 136
2020 478 241 927 140
2021 502 132 547 130
2022 683 61 596 42

Verdeling ondersteuningsvragen over de gemeente

Onze cliënten komen vooral uit Uithuizen, Uithuizermeeden, Bedum en Winsum. Ook de rest van de gemeente weet ons te vinden.

Deze kaart  laat op postcodeniveau zien waar inwoners die bij ons een individueel traject of leun en steuncontact hebben gevolgd wonen. Hierbij geldt hoe donkerder de kleur, hoe groter het (absolute) aantal inwoners dat gebruik heeft gemaakt van onze individuele ondersteuning. Te zien is dat de meeste ondersteuningsvragen uit Uithuizen komen en daarop volgend Bedum, Winsum en Uithuizermeeden. Ook zien we dat vanuit alle hoeken van onze gemeente inwoners ons weten te vinden.  

Verwijzingen

Wanneer onze dienstverlening niet aansluit bij de hulpvraag van de inwoner, kiezen wij voor een warme verwijzing naar een organisatie die beter aansluit bij de hulpvraag. In 2022 hebben we 83 keer verwezen naar een andere organisatie. Het vaakst betrof dit:

1.  WMO
2. VKB / GKB
3. GGZ
4. Huisarts
5. Humanitas

Het omgekeerde komt natuurlijk ook voor. Onderstaande tabel laat zien hoeveel inwoners er in 2022 door verschillende afdelingen van de gemeente en andere organisaties naar ons zijn verwezen. Sinds kort kunnen we ook de verwijzingen vanuit het onderwijs, de woningcorporatie Wierden en Borgen en energieleveranciers beter in beeld krijgen. Binnen het aardbevingsdossier bereiken we veel inwoners via Wierden en Borgen. Leerlingen die wij binnen het schoolmaatschappelijk werk bereiken worden vaak doorverwezen door een mentor of orthopedagoog. Onder de categorie overig en ketenpartners vallen verwijzingen vanuit Veilig Thuis, Rizoem, Cosis, VNN, Wender en het eigen sociale netwerk van de inwoner. Te zien is dat het aantal verwijzingen vanuit het team Jeugd van de gemeente een stuk hoger lag dan in 2022. Een verklaring hiervoor is dat we in 2018 een gezamenlijke casuïstiekbespreking hadden met dit team. 

Naar Mensenwerk Hogeland verwezen

Figuur 2 laat zien op welke wijze de nieuw opgestarte casussen bij Mensenwerk Hogeland zijn aangemeld. Te zien is dat inwoners het vaakst bij ons binnenkomen via onze netwerkpartners in de regio. 

Figuur 2: Wijze van aanmelding

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Wijze van aanmelding Aantal nieuw opgestarte casussen
Verwijzing Extern (Naar Mensenwerk Hogeland) 260
Spreekuur 249
Via onze bereikbaarheidsdienst 219
Telefonisch 130
Verwijzing intern 37
E-mail 19
Via een activiteit / voorziening 10
Website 9
Buurtcontact 2
Ook dit jaar hadden de meeste hulpvragen van inwoners betrekking op financiën

2.2  Individuele ondersteuning

Het totaal aantal ‘opgestarte’ en ‘afgesloten’ casussen biedt ons inzicht in de omvang van onze individuele ondersteuning. Er zijn in 2022 meer individuele trajecten opgestart dan afgesloten.

Figuur 3: Aantallen opgestart en afgesloten individuele trajecten

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  Aantallen opgestart Aantallen afgesloten
2018 199 176
2019 422 349
2020 338 375
2021 392 288
2022 506 446

Bij de leun en steuncontacten zien we al sinds 2019 dat er meer casussen worden afgesloten dan opgestart. Wanneer een casus om zeer weinig contactmomenten vraagt, wordt er voor gekozen om een casus af te sluiten en bij een nieuwe hulpvraag opnieuw op te starten. Dit met als doel om de inactiviteit van onze casussen zo laag mogelijk te houden, om zo een betrouwbaar beeld te geven van onze werkdruk.  

Figuur 4: Aantallen opgestart en afgesloten leun en steuncontacten

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  Aantallen opgestart Aantallen afgesloten
2018 130 31
2019 52 115
2020 151 163
2021 49 78
2022 20 28

In figuur 5 zien we dat in het geheel 2022 relatief veel trajecten zijn opgestart, met een piek in het tweede kwartaal. In 2020 en in 2021 zagen we juist dat het vierde kwartaal eruit sprong wat betreft de opgestarte individuele trajecten. 

Figuur 5: Aantal individuele trajecten opgestart per kwartaal

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Kwartaal Individuele trajecten
2020,Q1 73
2020,Q2 75
2020,Q3 79
2020,Q4 111
2021,Q1 93
2021,Q2 93
2021,Q3 113
2021,Q4 123
2022,Q1 115
2022,Q2 137
2022,Q3 125
2022,Q4 129

De nadruk bij de individuele trajecten en leun en steun contacten ligt op maatschappelijk werk en onafhankelijke cliëntondersteuning aan volwassenen. Senioren en jeugdigen zijn hierin minder vertegenwoordigd. De ondersteuningsvragen van jeugdigen en senioren lenen zich vaak beter voor collectieve activiteiten. Ouderen en jeugdigen hebben vaak ondersteuningsvragen met betrekking tot eenzaamheid, talent, bewegings- en sportactiviteiten en lotgenoten/maatjescontact. Bij 82 inwoners is de leeftijd onbekend. Dit betreft vooral aanmelding door derden of OGGZ casussen. 

Het aantal ondersteuningsvragen vanuit de doelgroep 12-18 jaar is gestegen van 44 in 2021 naar 73 in 2022. Dit betreft de doelgroep van het schoolmaatschappelijk werk. Ook is het aantal ondersteuningsvragen vanuit de doelgroep 55 – 65 jaar gestegen (2021: 74, 2022: 108). Hiertegenover is het aantal ondersteuningsvragen vanuit de doelgroep 85+ gedaald van 31 in 2021 naar 12 in 2022. Kinderen worden vaak onder de ouders gerapporteerd, waardoor we in ons registratiesysteem weinig inwoners in de leeftijd van 0 tot 12 jaar tegenkomen. 

Figuur 6: Leeftijdsopbouw individuele ondersteuning

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Leeftijdscategorie Aantal casussen
0 - 4 3
4 - 12 2
12 - 18 73
18 - 27 66
27 - 55 274
55 - 65 108
65 - 75 59
75 - 85 58
85+ 12
onbekend 82

In figuur 7 zijn de vijf meest omvangrijke opdrachten/projecten binnen de individuele ondersteuning zichtbaar gemaakt. Te weten: maatschappelijk werk, sociaal raadsliedenwerk, onafhankelijke cliëntondersteuning, aardbevingsproblematiek en sinds 2021 het schoolmaatschappelijk werk. Dankzij het schoolmaatschappelijk zien we in onze individuele ondersteuning meer jongeren dan voorheen. Andere opdrachten binnen onze individuele ondersteuning betreffen ondersteuning aan anderstaligen, mensen die te maken hebben met de toeslagenaffaire, jongeren in het kader van het Woon-Leer-Werk traject, inwoners vanuit buurtwerk, seniorenvoorlichting en mantelzorgondersteuning. Ten opzichte van 2021 zien we bij het sociaal raadsliedenwerk de grootste stijging, namelijk van 97 in 2021 naar 131 in 2022. Om in te spelen op de grote hoeveelheid financiële ondersteuningsvragen hebben wij in 2022 een extra sociaal raadsman aangenomen. De sociale raadslieden zijn onderdeel van onze interne werkgroep financiën, waar zij onder andere kennis en ervaring uitwisselen met onze ervaringsdeskundige armoede. 

Figuur 7: Top 5 opdrachten binnen onze individuele ondersteuning

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Project/Thema Aantal casussen
Maatschappelijk werk 272
Sociaal raadslieden werk 131
Onafhankelijke Cliëntenondersteuning 95
Schoolmaatschappelijk werk 87
Aardbevingscoaches 32

2.3 De zelfredzaamheid-matrix (ZRM)



Twee derde van de individuele trajecten gaan over financiën en geestelijke gezondheid.
We realiseren de afgesproken ZRM groei op het gebied van financiën, huisvesting, huiselijke relaties.

De zelfredzaamheid-matrix (ZRM)
Bij individuele trajecten gaat het om complexe hulpvragen die frequente ondersteuning van ons vragen. Gezien het intensieve karakter van individuele trajecten is het relevant om deze ondersteuningsvorm verder toe te lichten. Gedurende een individueel traject werken wij aan de hand van het instrument de zelfredzaamheid-matrix (ZRM). Met behulp van de ZRM brengen wij de hulpvraag en de mate van zelfredzaamheid op verschillende domeinen (leefgebieden) van de inwoner in kaart. De ZRM vullen wij aan het begin en aan het einde van elk individueel traject in. Dit maakt het mogelijk om de groei van een inwoner op verschillende domeinen van de ZRM te monitoren. Een ander voordeel van het werken met de ZRM is dat wij inzichtelijk kunnen maken welke ondersteuningsvragen vaak bij inwoners binnen de gemeente Het Hogeland voorkomen, zodat wij hier onze ondersteuning op aan kunnen sluiten en/of het gesprek hierover aan kunnen gaan met onze opdrachtgever. 

Top 5 hoofddomeinen individuele trajecten
Figuur 8 geeft weer op welke vijf hoofddomeinen de individuele trajecten in 2022 het vaakst waren gebaseerd. Hoofddomeinen zijn de domeinen van de ZRM waar de hulpvraag van de inwoner en daarmee onze dienstverlening betrekking op heeft. De top 4 hulpvragen uit 2022 komt overeen met voorgaande jaren. Nieuw in de top 5 is het domein ‘instrumentele ADL’ . In 2021 stond dit domein nog op plek 9. Onder instrumentele ADL vallen activiteiten van het dagelijks leven (ADL) die te maken hebben met het veilig en duurzaam functioneren in de eigen omgeving. Zoals op een juiste manier koken, jezelf vervoeren, inkopen doen, het verrichten van administratie, apparaten en medicatie gebruiken en het verzorgen/schoonmaken van het eigen huis[1]. Vooral hulpvragen binnen de onafhankelijke cliëntondersteuning worden op dit domein geregistreerd. Dit kan bijvoorbeeld gaan over ondersteuning bij WMO aanvragen. Daarnaast hebben jongeren binnen de WLW-trajecten vragen op het gebied van ADL.

[1] De ZRM handleiding (2017). Verkregen via https://www.zelfredzaamheidmat...

Figuur 8: Top 5 hoofddomeinen individuele trajecten

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

ZRM Hoofddomein Aantal casussen
Financien 281
Geestelijke gezondheid 219
Huisvesting 111
Huiselijke relaties 91
Instrumentele ADL 52

Groei hoofddomeinen
In het ‘Plan van Aanpak 2018­2021’ (PvA), is afgesproken dat onze cliënten op de ZRM-hoofddomeinen een gemiddelde groei van ten minste 0,81 punten (op een 5 puntschaal) doormaken. Wanneer we kijken naar de vijf hoofddomeinen die het vaakst zijn ingevuld, is in 2022 wat betreft financiën, huisvesting, huiselijke relaties de afgesproken groei behaald. Dit was in 2021 ook het geval.  Bij de hoofddomeinen instrumentele ADL en geestelijke gezondheid is deze groei niet is behaald. We zien in figuur 10 dat bij het hoofddomein geestelijke gezondheid de startmeting relatief hoog is. Wellicht biedt dit ook een verklaring waarom de gemiddelde groei van 0,81 niet op dit domein behaald wordt. Daarnaast wordt binnen het domein geestelijke gezondheid vaak toegewerkt naar stabiliteit in plaats van groei. Ook bij onze collega's van de Tintengroep zien we dat op plusminus drie hoofddomeinen een gemiddelde groei van 0,81 behaald wordt. 

Figuur 9: Gemiddelde groei op top 5 hoofddomeinen individuele trajecten

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

ZRM Hoofddomein ZRM groei (hoofddomein)
Huiselijke relaties 0.9655172413793104
Huisvesting 0.9
Financien 0.8775510204081632
Instrumentele ADL 0.6470588235294118
Geestelijke gezondheid 0.5

Figuur 10: Gemiddelde startmeting en eindmeting per hoofddomein [2]

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Rijlabels Gemiddelde van start score Gemiddelde van eind score
Geestelijke gezondheid 3,44 3,94
Instrumentele ADL 3,19 3,88
Huiselijke relaties 2,90 3,86
Huisvesting 2,87 3,79
Financien 2,82 3,70

[2] Bij berekening van de gemiddelde groei op de ZRM, nemen we alleen de cliënten mee waarbij zowel een startmeting als eindmeting heeft plaatsgevonden.

complexiteit en zwaarte

Ruim de helft van de individuele trajecten zijn redelijk complex. Er zijn dan twee tot vijf gesprekken nodig om het traject af te kunnen sluiten. Acht procent is zeer complex. Hier zijn (veel) meer gesprekken nodig.

Bij de intake van een individueel traject maken wij, op basis van informatie uit de aanmelding en het aantal problemen, een inschatting van de complexiteit en zwaarte van een traject. Een traject beschouwen wij als zeer complex wanneer de hulpvraag betrekking heeft op drie of meer ZRM-hoofddomeinen. De zwaarte van de trajecten wordt bepaald aan de hand van het aantal contactmomenten dat wij voor een hulpvraag verwachten nodig hebben. Ten opzichte van 2021, is in 2022 het aandeel complexe en zware trajecten licht gedaald. In 2021 werd bij de intake 10% van de trajecten als zeer complex ingeschat en 23% als zwaar. 

Figuur 11: Complexiteit

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Complexiteit Aantal
1 probleem/vraag: niet complex 128


2 of 3 problemen: redelijk complex 191
Meer dan 3 problemen: zeer complex 28

Figuur 12: Zwaarte

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Zwaarte Aandeel
1 gesprek/info en advies 50
2 of 5 gesprekken 211
6 of meer gesprekken/intensieve begeleiding 81

Doorlooptijd en contactmomenten

In onderstaande tabel wordt de gemiddelde doorlooptijd van de afgesloten individuele trajecten en leun en steuncontacten weergeven. Wanneer we de tabel vergelijken met bovenstaande cirkeldiagrammen kunnen we stellen dat een individueel traject vaak complexer blijkt te zijn dan vooraf ingeschat. Vaak blijken er gemiddeld ongeveer zeven gesprekken / contactmomenten nodig te zijn. Onder de contactmomenten vallen ook contacten met derden over de betreffende klant. Gedurende een traject komen vaak meer problemen naar voren dan vanuit de aanmelding is gebleken, dit maakt een correcte schatting van de zwaarte en complexiteit vooraf lastig. Gaandeweg wanneer je iemand leert kennen is er nog meer onderliggend. Veelal bellen mensen wanneer er brand is en ga je in op het blussen daarvan.’ Vergeleken met 2021, is zowel de doorlooptijd als het aantal contactmomenten gestegen. Bij de teams valt op dat zij in 2022 veel casussen met problemen op verschillende leefgebieden hebben gehad (de zogenoemde multi problem casussen). Deze casussen vragen relatief veel tijd en contactmomenten. De leun en steuncontacten duren gemiddeld langer dan de individuele trajecten. Bij leun en steun gaat het vaak om inwoners die blijvende, maar minder intensieve, ondersteuning nodig hebben. Het gaat hier vaak om het zogenoemde vinger aan de pols houden. Te denken aan ouderen en mensen met een lichte verstandelijke beperking. 

Doorlooptijd en contactmomenten

2.4 Top 5 leun en steun contacten en informatie en adviesaanvragen

Verreweg de meeste vragen bij leun en steuncontacten en bij informatie en adviesaanvragen liggen op het gebied van geestelijke gezondheid en financiën. 

Bij de leun en steuncontacten en informatie en advies aanvragen registreren wij ook op welk ZRM-domein de hulpvraag betrekking heeft. Bij de leun en steuncontacten (figuur 13) zien we in 2022 vooral veel ondersteuningsvragen die betrekking hebben op het domein ‘geestelijke gezondheid’. In 2021 stond bij leun en steun het domein financiën juist bovenaan. Net als voorgaande jaren gaan de informatie en adviesaanvragen (figuur 14) vooral over het domein financiën. Vergeleken met 2021 hebben we in 2022 relatief meer huisvestingsvragen.  

Figuur 13: Top 5 hoofddomeinen leun en steun

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

ZRM Hoofddomein Aantal casussen
Geestelijke gezondheid 32
Financien 14
Huisvesting 6
Lichamelijke gezondheid 5
Sociaal netwerk 4

Figuur 14: Top 5 hoofddomeinen informatie en advies

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

ZRM Hoofddomein Aantal casussen
Financien 377
Huisvesting 67
Geestelijke gezondheid 53
Huiselijke relaties 38
Maatschappelijke participatie 19
Activiteit tijdens Hogeland on the Move

2.5 Collectieve trajecten

Verreweg de meeste collectieve trajecten worden georganiseerd voor de jeugd.

Naast individuele ondersteuning bieden wij ook collectieve trajecten aan. Het gaat hierbij om ondersteuning in groepsverband. De aantallen uit 2022 hebben wij in onderstaande figuur naast de aantallen uit 2021, 2020 en 2019 gezet. Zoals eerder in dit verslag is aangegeven hebben we in 2022 onze collectieve trajecten handmatig omgezet naar een nieuwe applicatie binnen ons registratiesysteem. We hebben daarbij inactieve collectieve trajecten verwijderd, waardoor het aantal collectieve trajecten in ons registratiesysteem is verminderd. 

Figuur 15: aantal opgestarte, afgesloten en behandelde collectieve trajecten

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  2019 2020 2021 2022
Opgestarte trajecten 44 31 16 41
Afgesloten trajecten 24 22 51 6
Behandeld / openstaande trajecten 136 140 130 42

Figuur 16: Opgestarte collectieve trajecten per kwartaal

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Kwartaal aantal opgestart
2020, Q1 9
2020, Q2 13
2020, Q3 5
2020, Q4 4
2021, Q1 3
2021, Q2 5
2021, Q3 3
2021, Q4 5
2022, Q1 1
2022, Q2 6
2022, Q3 9
2022, Q4 6

De doelgroep die wij in 2022 hebben bereikt met onze collectieve activiteiten komt overeen met de voorgaande jaren. De meeste collectieve activiteiten worden georganiseerd voor de jeugd. De weerbaarheidstrainingen, de sportactiviteiten in de vakanties en het jongerenwerk zijn hier een voorbeeld van. Vanuit de seniorenvoorlichting en Thuiskamers zetten we in op de doelgroep ouderen en via de assertiviteitstraining en buurtbemiddeling op volwassenen. 

Figuur 17: Doelgroep collectieve trajecten

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Leeftijdscategorie Aantal trajecten
0 - 4 9
4 - 12 22
12 - 18 22
18 - 27 23
27 - 55 18
55 - 65 18
65 - 75 18
75 - 85 16
85+ 14

In figuur 18 laten we per categorie collectief het aantal bijeenkomsten zien. Te zien is dat we met onze collectieve activiteiten vooral inzetten op de jeugd van Het Hogeland. Collectieve activiteiten lenen zich goed voor talentontwikkeling, sport als middel, weerbaarheidstraining en ontmoeting / lotgenotencontact. Bij de Thuiskamers zijn in plaats van het aantal bijeenkomsten, het aantal Thuiskamers genoteerd. In 2022 waren er 12 Thuiskamers. De helft van de Thuiskamers is elke week open. De andere zes Thuiskamers zijn om de 14 dagen of een keer per maand open. 

Figuur 18: Aantal bijeenkomsten per categorie collectief

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Rijlabels Bijeenkomsten
Jongerenwerk, jeugdsozen, jonge mantelzorger, KIES enz. 162
Weerbaarheidstrainingen 34
Spreekuur Oekraïense Vluchtelingen 30
Aardbeving collectief 22
Hogeland on the Move 2022 20
Meidenvenijn is niet fijn! 16
Thuiskamers Het Hogeland 12
Activiteiten thema Mantelzorg 9
Actitiviteit m.b.t. preventie armoede 5
Menukaarten voeding & bewegen 5
Activiteiten m.b.t. vitaal ouder worden 2

2.6 Klanttevredenheidsonderzoek

Tot slot meten we de impact van onze dienstverlening door middel van een klanttevredenheidsonderzoek (KTO). Het gaat hierbij om de tevredenheid over de individuele trajecten. In dit KTO wordt de tevredenheid van een inwoner over verschillende aspecten gemeten. Deze aspecten zijn in onderstaande figuur te vinden.

In 2022 betrof de score op het KTO gemiddeld een 6,5. Dit gemiddelde is berekend op basis van 11 ingevulde formulieren. Kijkend naar deze aantallen hebben we voor 2023 onszelf als doel gesteld om de gemiddelde tevredenheid en het aantal ingevulde formulieren omhoog te krijgen. 

Het jonge mantelzorgweekend
Versie:
v5.8.17

Met iWink Report maak je professionele online publicaties. Publicaties die je online, in print en als PDF-download kunt aanbieden.

En daarmee voldoe je direct aan de WCAG-wetgeving rond digitale toegankelijkheid.

Eenvoudig, veilig en efficiënt.

Meer over iWink Report