Onze dienstverlening in cijfers
Dit is het laatste jaarverslag waarbij we rapporten op basis van het ‘Plan van Aanpak 20182021’ (PvA) en we de opbouw hanteren die u van ons gewend bent. We beginnen daarom dit jaarverslag met het laten zien van onze dienstverlening in cijfers.
1.1 Algemeen
In dit jaarverslag maken wij onderscheid tussen vier verschillende ondersteuningsvormen:
- collectieve trajecten: Het gaat hierbij om ondersteuning in groepsverband. Wij pakken hulpvragen collectief op wanneer bepaalde individuele hulpvragen vaker voorkomen.
- informatie en advies: Een ondersteuningsvraag valt onder informatie en advies wanneer een inwoner een relatief eenvoudige vraag heeft, die in de meeste gevallen na één contactmoment beantwoord kan worden.
- leun en steuncontacten: In vergelijking met individuele trajecten, gaat het bij leun en steuncontacten om hulpvragen die minder frequente ondersteuning van ons vragen en waarbij de inwoner ‘een steuntje in de rug’ nodig heeft. Vaak volgt een leun en steuncontact na een individueel traject.
- individuele trajecten: Wij kiezen voor een individueel traject wanneer een inwoner een complexe hulpvraag heeft die frequente ondersteuning van ons vraagt. Gedurende een individueel traject werken wij naar een concreet doel.
Tabel 1: Verdeling ondersteuningsvragen over de gemeente
In tabel 1 laten we gebiedsgericht het aantal individuele ondersteuningsvragen die door Mensenwerk Hogeland zijn behandeld zien. Hierbij houden we de indeling van de vijf Integrale Sociale Teams aan.
Gebied | Aantallen individuele ondersteuning |
---|---|
Uithuizen/Usquert | 268 |
Winsum/Warffum | 244 |
Bedum | 235 |
Uithuizermeeden/Roodeschool | 190 |
Leens | 189 |
Casussen buiten de gemeente | 34 |
Tabel 2: verwijzingen
Wanneer onze dienstverlening niet aansluit bij de hulpvraag van de inwoner, kiezen wij voor een warme verwijzing naar een organisatie die beter aansluit bij de hulpvraag. In 2023 hebben we 116 keer verwezen naar een andere organisatie. Het vaakst betrof dit vanuit de afdeling WMO, stichting MEE, de VKB / GKB, Huisarts / POH en de gemeente.
Het omgekeerde komt vaker voor. Onderstaande tabel laat zien hoeveel inwoners er in 2023 door verschillende afdelingen van de gemeente en andere organisaties naar ons zijn verwezen. Het gaat hier om nieuw opgestarte casussen. Onder de categorie overig en ketenpartners vallen verwijzingen vanuit Rizoem, Cosis, VNN, Wender en het eigen sociale netwerk van de inwoner. Ondanks de stijging van het aantal casussen, zien we juist een daling in het totaal aantal verwijzingen naar Mensenwerk Hogeland. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat door onze deelname aan het Sociaal Loket hulpvragen eerder op de juiste plek terecht komen. Daarnaast is het mogelijk dat vragen vanuit het Sociaal Loket niet als verwijzingen vanuit de gemeente worden gezien. In figuur 2 zien we dan ook terug dat in 2023 inwoners het vaakst via de spreekuren bij Mensenwerk Hogeland aangemeld zijn. In 2022 kwamen inwoners het vaakst via externe verwijzingen bij ons terecht.
Verwijzers | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|---|
Overig | 29 | 34 | 48 | 85 | 44 | 30 |
Gemeente: WMO | 38 | 53 | 38 | 25 | 19 | 16 |
Gemeente: Jeugd | 53 | 29 | 19 | 21 | 12 | 12 |
Gemeente: Werkplein | 4 | 7 | 11 | 19 | 9 | 1 |
Gemeente: OGGZ | 28 | 26 | 28 | 16 | 22 | 16 |
Huisarts/POH | 15 | 12 | 9 | 15 | 23 | 21 |
Ketenpartners/zorgaanbieders | 44 | 13 | 17 | 27 | 35 | 41 |
Gemeente: Integrale toegang | 6 | 5 | 8 | 13 | 16 | 15 |
GKB / VKB | 6 | 3 | 0 | 4 | 4 | 2 |
Onderwijs | NB | NB | NB | NB | 47 | 34 |
Woningbouw | NB | NB | NB | NB | 19 | 14 |
Energieleverancier | NB | NB | NB | NB | 6 | 0 |
Ziekenhuis (UMCG/Martini) | NB | NB | NB | NB | NB | 4 |
Veilig Thuis | NB | NB | NB | NB | 1 | 4 |
Totaal: | 223 | 182 | 178 | 225 | 259 | 210 |
Figuur 2: Wijze van aanmelding
Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:
Wijze van aanmelding | Casussen opgestart |
---|---|
Spreekuur | 235 |
Verwijzing Extern | 210 |
Via de bereikbaarheidsdienst | 180 |
Telefonisch | 90 |
Verwijzing intern | 30 |
15 | |
Via een activiteit | 10 |
Buurtcontact | 7 |
Website | 3 |
Tabel 3: Doorlooptijd en contactmomenten
In onderstaande tabel wordt de gemiddelde doorlooptijd van de afgesloten individuele trajecten en leun en steuncontacten weergeven. Vaak blijken er gemiddeld ongeveer vijf gesprekken / contactmomenten nodig te zijn. Onder de contactmomenten vallen ook contacten met derden over de betreffende klant. Vergeleken met 2022, is de gemiddelde doorlooptijd gestegen en het aantal contactmomenten bijna gelijk gebleven.
Ondersteuningsvorm | Gemiddelde doorlooptijd 2022 | Gemiddelde doorlooptijd 2023 | Gemiddeld aantal contactmomenten 2022 | Gemiddeld aantal contactmomenten 2023 |
---|---|---|---|---|
Individuele trajecten | 150 dagen | 167 dagen | 4,1 contactmomenten | 5 contactmomenten |
Leun en steuncontacten | 392 dagen | 451 dagen | 0,5 contactmomenten | 0,5 contactmomenten |
1.2 Individuele ondersteuning
Het totaal aantal ‘opgestarte’ en ‘afgesloten’ casussen biedt ons inzicht in de omvang van onze individuele ondersteuning. Net als in 2022 zijn er ook in 2023 meer individuele trajecten opgestart dan afgesloten. We zien daarnaast ook dat er in 2023 veel trajecten zijn afgerond.
1.3 De zelfredzaamheid-matrix (ZRM)
Gedurende een individueel traject werken wij aan de hand van het instrument de zelfredzaamheid-matrix (ZRM). Met behulp van de ZRM brengen wij de hulpvraag en de mate van zelfredzaamheid op verschillende domeinen (leefgebieden) van de inwoner in kaart. De ZRM vullen wij aan het begin en aan het einde van elk individueel traject in. Dit maakt het mogelijk om de groei van een inwoner op verschillende domeinen van de ZRM te monitoren.
Hoofddomeinen zijn de domeinen van de ZRM waar de hulpvraag van de inwoner en daarmee onze dienstverlening betrekking op heeft.
Figuur 7 laat de gemiddelde start- en eindmeting zien van de hoofddomeinen waar in 2023 de hulpvragen het meest op waren gebaseerd. Net als vorig jaar heeft domein financiën gemiddeld de laagste startmeting. Uiteindelijk weten onze klanten, met hulp van onze sociaal werkers, groei in zelfredzaamheid te behalen op de vaak complexe financiële problematiek. In het ‘Plan van Aanpak 20182021’ (PvA), is afgesproken dat onze cliënten op de ZRM-hoofddomeinen een gemiddelde groei van ten minste 0,81 punten (op een 5 puntschaal) doormaken. Wanneer we kijken naar de vijf hoofddomeinen die het vaakst zijn ingevuld, is in 2023 bij de domeinen Huisvesting, Werk & Opleiding de afgesproken groei behaald. Geestelijke gezondheid (0,72 punten) en Huiselijke relaties (0,76 punten) zitten dichtbij het streven van 0,81. Op het domein financiën is gemiddeld de minste groei doorgemaakt (0,57 punten). Financiële problematiek gaat vaak over complexe situaties waarin kleine stapjes vooruit of soms zelfs stabilisatie het doel is.
Tabel 4: leun en steun contacten en informatie en adviesaanvragen
Bij de leun en steuncontacten en informatie en advies aanvragen registreren wij ook op welk ZRM- domein de hulpvraag betrekking heeft. Bij de leun en steuncontacten betreft net als vorig jaar het grootste deel ondersteuningsvragen op het gebied van ‘geestelijke gezondheid’. Net als voorgaande jaren gaan de informatie en adviesaanvragen vooral over het domein financiën en blijven er ook veel vragen over huisvesting binnenkomen.
Positie | Informatie en advies | Positie | leun en steuncontacten |
---|---|---|---|
1 | Financiën (321) | 1 | Geestelijke gezondheid (37) |
2 | Huisvesting (88) | 2 | Financiën (13) |
3 | Geestelijke gezondheid (55) | 3 | Huisvesting (11) |
4 | Huiselijke relaties (41) | 4 | Huiselijke relaties (9) |
5 | Maatschappelijke participatie (29) | 5 | Lichamelijke gezondheid (5) en Sociaal netwerk (5) |
1.4 Collectieve trajecten
Naast individuele ondersteuning bieden wij ook collectieve trajecten aan. Het gaat hierbij om ondersteuning in groepsverband. Figuur 10 maakt de trend ten aanzien van het aantal opgestarte collectieve trajecten per kwartaal inzichtelijk. We zien dat in 2023 relatief veel trajecten zijn opgestart. Een voorbeeld hiervan is de geslaagde collectieve inzet binnen het aardbevingsdossier en de weerbaarheidstrainingen. Ook de jeugdsoos staan met ingang van het derde kwartaal in 2023 in ons registratiesysteem. De doelgroep die wij in 2023 hebben bereikt met onze collectieve ondersteuning komt overeen met de voorgaande jaren. De meeste collectieve activiteiten worden georganiseerd voor de jeugd.
Figuur 10: Nieuw opgestarte collectieve trajecten per kwartaal
Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:
Kwartaal | Collectieve trajecten |
---|---|
2020, Q1 | 9 |
2020, Q2 | 13 |
2020, Q3 | 5 |
2020, Q4 | 4 |
2021, Q1 | 3 |
2021, Q2 | 5 |
2021, Q3 | 3 |
2021, Q4 | 5 |
2022, Q1 | 1 |
2022, Q2 | 6 |
2022, Q3 | 9 |
2022, Q4 | 6 |
2023, Q1 | 9 |
2023, Q2 | 9 |
2023, Q3 | 17 |
2023, Q4 | 7 |
Tabel 5: aantal collectieve trajecten, bijeenkomsten en deelnemers per categorie
In tabel 5 laten we per categorie het aantal trajecten, bijeenkomsten en deelnemers zien.
Aantal collectieve trajecten | Aantal bijeenkomsten | Aantal deelnemers | |
---|---|---|---|
Aardbeving collectief | 11 | 61 | 672 |
Buurtwerk | 2 | 6 | 440 |
Hogeland on the Move 2023 | 1 | 23 | 574 |
Jongerencentrum | 1 | 98 | 2535 |
Jongerenwerk | 9 | 62 | 1049 |
Mantelzorg | 3 | 14 | 161 |
Preventie armoede | 12 | 17 | 381 |
Rouw en verlies | 2 | 7 | 30 |
Thuiskamers | 1 | 25 | 110 - 167 |
Weerbaarheid, PIT en Meidenvenijn | 14 | 86 | 161 |
Eindtotaal | 68 | 374 | 5903 |