Spring naar inhoud

Onze dienstverlening in cijfers

Onze dienstverlening in cijfers

Dit is het laatste jaarverslag waarbij we rapporten op basis van het ‘Plan van Aanpak 2018­2021’ (PvA) en we de opbouw hanteren die u van ons gewend bent. We beginnen daarom dit jaarverslag met het laten zien van onze dienstverlening in cijfers. 

1.1 Algemeen

In dit jaarverslag maken wij onderscheid tussen vier verschillende ondersteuningsvormen:

  • collectieve trajecten: Het gaat hierbij om ondersteuning in groepsverband. Wij pakken hulpvragen collectief op wanneer bepaalde individuele hulpvragen vaker voorkomen.
  • informatie en advies: Een ondersteuningsvraag valt onder informatie en advies wanneer een inwoner een relatief eenvoudige vraag heeft, die in de meeste gevallen na één contactmoment beantwoord kan worden.
  • leun en steuncontacten: In vergelijking met individuele trajecten, gaat het bij leun en steuncontacten om hulpvragen die minder frequente ondersteuning van ons vragen en waarbij de inwoner ‘een steuntje in de rug’ nodig heeft. Vaak volgt een leun en steuncontact na een individueel traject. 
  • individuele trajecten: Wij kiezen voor een individueel traject wanneer een inwoner een complexe hulpvraag heeft die frequente ondersteuning van ons vraagt. Gedurende een individueel traject werken wij naar een concreet doel. 

Figuur 1: Aantallen per ondersteuningsvorm

In de eerste figuur van dit jaarverslag laten wij het totaal aantal casussen per ondersteuningsvorm zien. Het gaat hier om de casussen die in behandeling* zijn. Wanneer we de jaren met elkaar vergelijken valt op dat in de laatste twee jaren relatief veel individuele trajecten zijn behandeld. In vergelijking met de andere individuele ondersteuningsvormen vragen individuele trajecten aanzienlijk meer tijd en inzet van onze medewerkers. Het aantal leun en steuncontacten blijft relatief laag, doordat medewerkers na een kritische afweging vaak kiezen voor een individueel traject. Na de dip door de wijziging in ons registratiesysteem en de coronacrisis, zien we de informatie en adviesaanvragen weer stijgen. Op het gebied van de collectieve trajecten werken we sinds 2022 met een nieuwe applicatie. Voorafgaand aan de overstap naar deze applicatie zijn al onze collectieve trajecten herzien en opgeschoond. Dit maakt dat we in 2022 een dip zagen in het aantal collectieve trajecten. Inmiddels zien we dat het aantal collectieve trajecten weer terugkomt richting het oude niveau.

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  individuele trajecten leun en steuncontacten informatie en advies aanvragen collectieve ondersteuning
2019 549 182 842 136
2020 478 241 927 140
2021 502 132 547 130
2022 683 61 596 42
2023 701 66 635 85

*Dit betreffen casussen waaraan in de betreffende periode gewerkt is.

Tabel 1: Verdeling ondersteuningsvragen over de gemeente

In tabel 1 laten we gebiedsgericht het aantal individuele ondersteuningsvragen die door Mensenwerk Hogeland zijn behandeld zien. Hierbij houden we de indeling van de vijf Integrale Sociale Teams aan. 

Gebied Aantallen individuele ondersteuning
Uithuizen/Usquert 268
Winsum/Warffum 244
Bedum 235
Uithuizermeeden/Roodeschool 190
Leens 189
Casussen buiten de gemeente 34

Tabel 2: verwijzingen

Wanneer onze dienstverlening niet aansluit bij de hulpvraag van de inwoner, kiezen wij voor een warme verwijzing naar een organisatie die beter aansluit bij de hulpvraag. In 2023 hebben we 116 keer verwezen naar een andere organisatie. Het vaakst betrof dit vanuit de afdeling WMO, stichting MEE, de VKB / GKB, Huisarts / POH en de gemeente.

Het omgekeerde komt vaker voor. Onderstaande tabel laat zien hoeveel inwoners er in 2023 door verschillende afdelingen van de gemeente en andere organisaties naar ons zijn verwezen. Het gaat hier om nieuw opgestarte casussen. Onder de categorie overig en ketenpartners vallen verwijzingen vanuit Rizoem, Cosis, VNN, Wender en het eigen sociale netwerk van de inwoner. Ondanks de stijging van het aantal casussen, zien we juist een daling in het totaal aantal verwijzingen naar Mensenwerk Hogeland. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat door onze deelname aan het Sociaal Loket hulpvragen eerder op de juiste plek terecht komen. Daarnaast is het mogelijk dat vragen vanuit het Sociaal Loket niet als verwijzingen vanuit de gemeente worden gezien. In figuur 2 zien we dan ook terug dat in 2023 inwoners het vaakst via de spreekuren bij Mensenwerk Hogeland aangemeld zijn. In 2022 kwamen inwoners het vaakst via externe verwijzingen bij ons terecht.  

Verwijzers 2018 2019 2020 2021 2022 2023
Overig 29 34 48 85 44 30
Gemeente: WMO 38 53 38 25 19 16
Gemeente: Jeugd 53 29 19 21 12 12
Gemeente: Werkplein                   4 7 11 19 9 1
Gemeente: OGGZ     28 26 28 16 22 16
Huisarts/POH 15 12 9 15 23 21
Ketenpartners/zorgaanbieders 44 13 17 27 35 41
Gemeente: Integrale toegang 6 5 8 13 16 15
GKB / VKB 6 3 0 4 4 2
Onderwijs NB NB NB NB 47 34
Woningbouw NB NB NB NB 19 14
Energieleverancier NB NB NB NB 6 0
Ziekenhuis (UMCG/Martini) NB NB NB NB NB 4
Veilig Thuis NB NB NB NB 1 4
Totaal: 223 182 178 225 259 210

Figuur 2: Wijze van aanmelding

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Wijze van aanmelding Casussen opgestart
Spreekuur 235
Verwijzing Extern 210
Via de bereikbaarheidsdienst 180
Telefonisch 90
Verwijzing intern 30
E-mail 15
Via een activiteit 10
Buurtcontact 7
Website 3
Tabel 3: Doorlooptijd en contactmomenten

In onderstaande tabel wordt de gemiddelde doorlooptijd van de afgesloten individuele trajecten en leun en steuncontacten weergeven. Vaak blijken er gemiddeld ongeveer vijf gesprekken / contactmomenten nodig te zijn. Onder de contactmomenten vallen ook contacten met derden over de betreffende klant. Vergeleken met 2022, is de gemiddelde doorlooptijd gestegen en het aantal contactmomenten bijna gelijk gebleven. 

Ondersteuningsvorm Gemiddelde doorlooptijd 2022 Gemiddelde doorlooptijd 2023 Gemiddeld aantal contactmomenten 2022 Gemiddeld aantal contactmomenten 2023
Individuele trajecten 150 dagen 167 dagen 4,1 contactmomenten 5 contactmomenten
Leun en steuncontacten 392 dagen 451 dagen 0,5 contactmomenten 0,5 contactmomenten

1.2  Individuele ondersteuning

Het totaal aantal ‘opgestarte’ en ‘afgesloten’ casussen biedt ons inzicht in de omvang van onze individuele ondersteuning. Net als in 2022 zijn er ook in 2023 meer individuele trajecten opgestart dan afgesloten. We zien daarnaast ook dat er in 2023 veel trajecten zijn afgerond. 

Figuur 3: Aantallen opgestart en afgesloten individuele trajecten

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  Aantallen opgestart Aantallen afgesloten
2019 422 349
2020 338 375
2021 392 288
2022 479 446
2023 506 470

Figuur 4: leeftijdsopbouw individuele ondersteuning

Figuur 4 geeft de leeftijdsopbouw van de gezamenlijke drie individuele ondersteuningsvormen weer. De opvallendste stijging betreft die van de leeftijdscategorie 35- 45 jaar. Deze categorie is gestegen van 155 casussen in 2022 naar 182 casussen in 2023. Kinderen worden vaak onder de ouders gerapporteerd, waardoor we in ons registratiesysteem weinig inwoners in de leeftijd van 0 tot 12 jaar tegenkomen. Bij 72 inwoners is de leeftijd onbekend. Dit betreft vooral aanmelding door derden of OGGZ casussen.

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Leeftijdscategorie Casussen behandeld
0 - 4 jaar 7
4 - 12 jaar 4
12 - 18 jaar 83
18 - 27 jaar 79
27 - 35 jaar 118
35 - 45 jaar 182
45 - 55 jaar 145
55 - 65 jaar 174
65 - 75 jaar 97
75 - 85 jaar 77
85+ 22
Onbekend 72

Figuur 5: Onze 5 meest omvangrijke opdrachten

In figuur 5 zijn de vijf meest omvangrijke opdrachten binnen de individuele ondersteuning zichtbaar gemaakt. Te weten: maatschappelijk werk, sociaal raadsliedenwerk, onafhankelijke cliëntondersteuning, aardbevingsproblematiek en sinds 2021 het schoolmaatschappelijk werk. De toename van de omvang van het sociaalraadslieden werk heeft zich in 2023 verder doorgezet: van 131 casussen in 2022 naar 224 casussen in 2023. Deze groei hangt samen met de grote hoeveelheid ondersteuningsvragen ten aanzien van financiën die wij onder andere op de spreekuren hebben opgepakt. Daarnaast hadden we op het gebied van sociaal raadsliedenwerk in 2023 meer formatie, waardoor we ook meer van dit type ondersteuningsvragen konden oppakken. 

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Project Casussen behandeld
Maatschappelijk werk 243
Sociaal raadsliedenwerk 224
Schoolmaatschappelijk werk 83
Aardbevingscoaching 61
Onafhankelijke cliëntondersteuning 50

1.3 De zelfredzaamheid-matrix (ZRM)

Gedurende een individueel traject werken wij aan de hand van het instrument de zelfredzaamheid-matrix (ZRM). Met behulp van de ZRM brengen wij de hulpvraag en de mate van zelfredzaamheid op verschillende domeinen (leefgebieden) van de inwoner in kaart. De ZRM vullen wij aan het begin en aan het einde van elk individueel traject in. Dit maakt het mogelijk om de groei van een inwoner op verschillende domeinen van de ZRM te monitoren.

Hoofddomeinen zijn de domeinen van de ZRM waar de hulpvraag van de inwoner en daarmee onze dienstverlening betrekking op heeft.

Figuur 6: Top 5 hoofddomeinen individuele trajecten

Figuur 6 geeft weer op welke vijf hoofddomeinen de individuele trajecten in 2023 het vaakst waren gebaseerd. Net als in de andere jaren springen vragen op het gebied van financiën in ons werkgebied eruit. Dit is iets specifieks voor ons werkgebied, omdat als we naar het totaalbeeld van al onze collega organisaties binnen Tintengroep bekijken, het domein geestelijke gezondheid er behoorlijk uitspringt. Vanuit het CBS (2021) blijkt dat op Het Hogeland relatief veel inwoners wonen met een laag inkomen.

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

ZRM Hoofddomein Aantal casussen
Financiën 334
Geestelijke gezondheid 233
Huisvesting 120
Huiselijke relaties 103
Werk & Opleiding 38

Figuur 7 laat de gemiddelde start- en eindmeting zien van de hoofddomeinen waar in 2023 de hulpvragen het meest op waren gebaseerd. Net als vorig jaar heeft domein financiën gemiddeld de laagste startmeting. Uiteindelijk weten onze klanten, met hulp van onze sociaal werkers, groei in zelfredzaamheid te behalen op de vaak complexe financiële problematiek. In het ‘Plan van Aanpak 2018­2021’ (PvA), is afgesproken dat onze cliënten op de ZRM-hoofddomeinen een gemiddelde groei van ten minste 0,81 punten (op een 5 puntschaal) doormaken. Wanneer we kijken naar de vijf hoofddomeinen die het vaakst zijn ingevuld, is in 2023 bij de domeinen Huisvesting, Werk & Opleiding de afgesproken groei behaald. Geestelijke gezondheid (0,72 punten) en Huiselijke relaties (0,76 punten) zitten dichtbij het streven van 0,81. Op het domein financiën is gemiddeld de minste groei doorgemaakt (0,57 punten). Financiële problematiek gaat vaak over complexe situaties waarin kleine stapjes vooruit of soms zelfs stabilisatie het doel is. 

Figuur 7: Gemiddelde startmeting en eindmeting per hoofddomein

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Rijlabels Gemiddelde start score Gemiddelde eind score
Financien 2,91 3,49
Geestelijke gezondheid 3,21 3,92
Huiselijke relaties 3 3,76
Huisvesting 3,11 4,07
Werk & Opleiding 3 4,06

Bij berekening van de gemiddelde groei op de ZRM, nemen we alleen de cliënten mee waarbij zowel een startmeting als eindmeting heeft plaatsgevonden.

Tabel 4: leun en steun contacten en informatie en adviesaanvragen

Bij de leun en steuncontacten en informatie en advies aanvragen registreren wij ook op welk ZRM- domein de hulpvraag betrekking heeft. Bij de leun en steuncontacten betreft net als vorig jaar het grootste deel ondersteuningsvragen op het gebied van ‘geestelijke gezondheid’. Net als voorgaande jaren gaan de informatie en adviesaanvragen vooral over het domein financiën en blijven er ook veel vragen over huisvesting binnenkomen.  

Positie Informatie en advies Positie leun en steuncontacten
1 Financiën (321) 1 Geestelijke gezondheid (37)
2 Huisvesting (88) 2 Financiën (13)
3 Geestelijke gezondheid (55) 3 Huisvesting (11)
4 Huiselijke relaties (41) 4 Huiselijke relaties (9)
5 Maatschappelijke participatie (29) 5 Lichamelijke gezondheid (5) en Sociaal netwerk (5)

1.4 Collectieve trajecten

Naast individuele ondersteuning bieden wij ook collectieve trajecten aan. Het gaat hierbij om ondersteuning in groepsverband. Figuur 10 maakt de trend ten aanzien van het aantal opgestarte collectieve trajecten per kwartaal inzichtelijk. We zien dat in 2023 relatief veel trajecten zijn opgestart. Een voorbeeld hiervan is de geslaagde collectieve inzet binnen het aardbevingsdossier en de weerbaarheidstrainingen. Ook de jeugdsoos staan met ingang van het derde kwartaal in 2023 in ons registratiesysteem. De doelgroep die wij in 2023 hebben bereikt met onze collectieve ondersteuning komt overeen met de voorgaande jaren. De meeste collectieve activiteiten worden georganiseerd voor de jeugd.

Figuur 10: Nieuw opgestarte collectieve trajecten per kwartaal

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Kwartaal Collectieve trajecten
2020, Q1 9
2020, Q2 13
2020, Q3 5
2020, Q4 4
2021, Q1 3
2021, Q2 5
2021, Q3 3
2021, Q4 5
2022, Q1 1
2022, Q2 6
2022, Q3 9
2022, Q4 6
2023, Q1 9
2023, Q2 9
2023, Q3 17
2023, Q4 7

Figuur 11: Doelgroep collectieve trajecten

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Leeftijdscategorie Casussen behandeld
0 - 4 jaar 16
4 - 12 jaar 46
12 - 18 jaar 53
18 - 27 jaar 48
27 - 55 jaar 34
55 - 65 jaar 34
65 - 75 jaar 34
75 - 85 jaar 31
85+ 26

Tabel 5: aantal collectieve trajecten, bijeenkomsten en deelnemers per categorie

In tabel 5 laten we per categorie het aantal trajecten, bijeenkomsten en deelnemers zien. 

  Aantal collectieve trajecten Aantal bijeenkomsten Aantal deelnemers
Aardbeving collectief 11 61 672
Buurtwerk 2 6 440
Hogeland on the Move 2023 1 23 574
Jongerencentrum 1 98 2535
Jongerenwerk 9 62 1049
Mantelzorg 3 14 161
Preventie armoede 12 17 381
Rouw en verlies 2 7 30
Thuiskamers 1 25 110 - 167
Weerbaarheid, PIT en Meidenvenijn 14 86 161
Eindtotaal 68 374 5903

1.5 Klanttevredenheidsonderzoek

We meten de impact van onze dienstverlening door middel van een klanttevredenheidsonderzoek (KTO). Het gaat hierbij om de tevredenheid over de individuele trajecten. In 2023 betrof de score op het KTO gemiddeld een 7,8

Versie:
v6.2.38

Met iWink Report maak je professionele online publicaties. Publicaties die je online, in print en als PDF-download kunt aanbieden.

En daarmee voldoe je direct aan de WCAG-wetgeving rond digitale toegankelijkheid.

Eenvoudig, veilig en efficiënt.

Meer over iWink Report