Spring naar inhoud

Casuïstiek in aantallen

Casuïstiek in aantallen

We beginnen dit jaarverslag met het laten zien van onze dienstverlening in cijfers. Ten opzichte van de voorgaande jaren zien we dat het aantal individuele trajecten in 2022 is gestegen, terwijl de andere (lichtere) ondersteuningsvormen zijn gedaald. 

1.1 Algemeen

Welstad biedt grofweg vier verschillende ondersteuningsvormen, namelijk:

  • informatie en advies: wanneer een inwoner een relatief eenvoudige vraag heeft, die in de meeste gevallen na één of twee contactmomenten beantwoord kan worden. We komen deze ondersteuningsvorm onder andere tegen bij de inloopspreekuren. Het gaat vaak over hulp bij formulieren, financiën, digitale vaardigheden en het vinden van de juiste organisatie. Ook professionals van andere organisaties kunnen informatie en advies opvragen.
  • leun en steuncontacten: bij hulpvragen die minder intensieve ondersteuning van ons vraagt en waarbij de inwoner ‘een steuntje in de rug’ nodig heeft of belang hecht aan het vaste gezicht die af en toe contact onderhoudt en alert blijft op veranderingen in diens situatie. Vooral de doelgroep ouderen (vanuit eenzaamheid), gezinnen met blijvende zorgvragen en jongeren hebben behoefte aan leun en steuncontact.
  • individuele trajecten: wanneer een inwoner een hulpvraag heeft waarvoor, op basis van een intake, meerdere gesprekken nodig zijn. Er wordt gewerkt aan een concreet doel/plan. Deze ondersteuningsvorm zien we vooral terug bij het (jeugd) maatschappelijk werk.
  • collectieve trajecten: ondersteuning in groepsverband zoals trainingen of lotgenotenbijeenkomsten. Ook het vrijwilligerswerk, deelname aan overleggen met verschillende netwerkpartners en ondersteuning zelforganisatie in wijken en dorpen valt onder deze ondersteuningsvorm.

Figuur 1: aantallen in behandeling, per jaar

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  2019 2020 2021 2022
individuele trajecten 612 594 591 761
leun en steun 360 442 379 299
informatie en advies 1585 1535 1271 738
collectieve trajecten 300 227 298 178

In figuur 1 is te zien dat vergeleken met voorgaande jaren er in 2022 meer individuele trajecten in behandeling waren[1]. Door de toename van de (extra) projecten en overbruggingstrajecten voor inwoners die op een wachtlijst staan voor de GGZ, ervaren medewerkers een stijging van de werkdruk.

Het aantal informatie- en adviesaanvragen blijft dalen. Een verklaring hiervoor is dat de app, waarmee medewerkers op eenvoudige wijze informatie en adviesaanvragen kunnen registreren, niet meer gebruikt kan worden. Een groot deel van de vragen uit de bereikbaarheidsdienst worden hierdoor niet meer gerapporteerd. Door de goede samenwerking en afstemming met vrijwilligersorganisaties worden praktische vragen steeds meer opgepakt door vrijwilligers.

Om een realistischer beeld van onze caseload te krijgen is aan medewerkers de vraag gesteld om kritisch te zijn ten opzichte van (de vaak inactieve) leun en steuncontacten en waar mogelijk deze af te sluiten. Sommige leun en steuncontacten zijn omgezet naar een individueel traject. De afname van de leun en steuncontacten is wenselijk. We proberen laagdrempelig zoveel mogelijk inwoners te zien. We sluiten eerder af omdat we uitgaan van de zelfredzaamheid bij inwoners. Wanneer deze niet voldoende is, is het aan de inwoner contact met ons te leggen voor een nieuwe vraag. Enkele doelgroepen, zoals ouderen en anderstaligen, hebben behoefte aan een langdurig leun en steuncontact en een vast gezicht. Hiermee kunnen problemen voorkomen worden en daarmee zwaardere inzet.

[1] Met de term ‘in behandeling’ bedoelen wij het aantal casussen die in het betreffende jaar open hebben gestaan.

Verdeling individuele ondersteuningsvragen

Deze kaart laat op postcodeniveau zien waar inwoners die bij ons een individueel traject of leun en steuncontact hebben gevolgd wonen. Hierbij geldt hoe donkerder de kleur, hoe groter het (absolute) aantal inwoners dat gebruik heeft gemaakt van onze individuele ondersteuning. Te zien is dat de meeste ondersteuningsvragen uit Stadskanaal Noord en Centrum komen. Sommige inwoners die individuele ondersteuning ontvangen wonen buiten de gemeente Stadskanaal. Dit komt doordat binnen het programma “De school als Wijk” (op basis van provinciaal gemaakte afspraken) soms leerlingen worden geholpen die buiten de gemeente Stadskanaal wonen. Ook bij onze inzet rondom de VVE komen we ouders tegen van buiten de gemeente. Ook door verhuizingen, naar of uit de gemeente, komt het voor dat we inwoners ondersteuning bieden die buiten de gemeente wonen.

Verwijzingen individuele ondersteuning

Wanneer onze ondersteuning niet aansluit bij de hulpvraag van de inwoner, zorgen we ervoor dat de inwoner verwezen wordt naar een passende organisatie. In figuur 2 is te zien dat dit vaak een zorginstelling (WLZ aanbieder), de afdeling WMO, CJGV of een GGZ-instelling betreft. 

Figuur 2 Top 4 verwezen naar

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Naar Aantal casussen
Zorginstelling 17
Gemeente - Wmo 14
Gemeente - CJGV 11
GGZ 9

Onderstaande tabel laat zien hoeveel inwoners er in 2022 door verschillende afdelingen van de gemeente en andere organisaties naar Welstadzijn verwezen. Dit aantal is vergeleken met 2021. We zien een toename in het aantal verwijzingen vanuit de huisartspraktijken. Door onze samenwerking met de huisartspraktijken binnen de Voorzorggroep en in de voorbereiding van het project Ondersteuner Sociaal Domein (OSD) weten huisartsen beter waarvoor inwoners bij ons terecht kunnen. Ook het koplopers project 'Onafhankelijke Cliëntondersteuning', dat heeft ingezet op de samenwerking met huisartsen, heeft bijgedragen aan de toename in verwijzingen. Onze aanwezigheid en daarmee zichtbaarheid bij onder andere het onderwijs heeft geleid tot een flinke toename in het aantal nieuw opgestarte individuele trajecten (figuur 3).

Tabel 1: Welke organisaties hebben naar Welstad verwezen?

1.2 Individuele ondersteuning

In figuur 3 is te zien dat in 2022 er meer individuele trajecten zijn opgestart dan afgesloten. Dit betekent een stijging van onze caseload. In vergelijking met 2021 zijn er in 2022 behoorlijk meer individuele trajecten opgestart. Zoals eerder aangeven wordt de overbruggingszorg tot de GGZ en de extra projecten zoals Jeugd en Opgroeien, de Voorzorggroep en onze aanwezigheid op de scholen hier als een belangrijke oorzaak voor gezien. Bij de leun en steuncontacten (figuur 4) is te zien dat er juist meer contacten zijn afgesloten dan opgestart. Dit beeld komt overeen met de stijging van het aantal behandelde individuele trajecten in figuur 1.

Figuur 3: aantal individuele trajecten opgestart en afgesloten

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Figuur 4: aantal leun en steuncontacten opgestart en afgesloten

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

  2019 2020 2021 2022
Aantal opgestart 153 237 212 147
Aantal afgesloten 166 287 206 159
Ten opzichte van de voorgaande jaren zien we dat het aantal individuele trajecten in 2022 is gestegen, terwijl de andere (lichtere) ondersteuningsvormen zijn gedaald.

Figuur 5 laat zien dat wij met onze individuele ondersteuning alle leeftijdscategorieën bereiken. Kinderen worden vaak op naam van één van de ouders geregistreerd. Dit maakt dat er minder is geregistreerd op de leeftijdscategorie 0-10 en meer op de leeftijdscategorie 27-55. Deze doelgroep zien we ook veel in de gezinscoaching. De gezinscoaches geven daarbij aan dat ze, naast de casussen vanuit het project jeugd en opgroeien, een toename in hulpvragen vanuit de reguliere gezinscoaching zien. In vergelijking met 2021 is het aantal inwoners in de leeftijdscategorie 27-55, dat een individueel traject bij ons heeft gevolgd, gestegen met 56 trajecten.

In vergelijking met de andere leeftijdscategorieën, worden leun en steuncontacten relatief vaak ingezet bij inwoners tussen de 75en 85 jaar. Zoals eerder aangegeven gaat dit vaak op langdurige contacten die soms meerdere jaren duren. In vergelijking met 2021 is het aantal inwoners inde leeftijdscategorie 75 – 85 jaar dat een leun en steuncontact bij ons heeft gevolgd licht gedaald. Zoals eerder in dit verslag aangegeven, kijken we kritisch naar onze leun en steuncontacten en sluiten we waar mogelijk eerder af.

Figuur 5: Leeftijdsopbouw individuele ondersteuning

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Leeftijdscategorie aantal individuele trajecten aantal leun en steuncontacten
0 - 4 8 2
4 - 12 25 3
12 - 18 43 9
18 - 27 104 24
27 - 55 326 102
55 - 65 97 63
65 - 75 55 25
75 - 85 62 41
85+ 23 14
niet bekend 18 8

1.3 ZRM gegevens: hoofddomeinen

Met behulp van de ZRM (zelfredzaamheid-matrix) brengen wij de hulpvraag en de mate van zelfredzaamheid op dertien verschillende domeinen (leefgebieden) van de inwoner in kaart. De figuren 6 t/m 10 laten zien op welke vijf hoofddomeinen[1] de individuele trajecten, leun en steuncontacten en informatie en adviesaanvragen in 2021 het vaakst waren gebaseerd. Onder het domein financiën valt ook ondersteuning bij het invullen van formulieren en brieven van en naar instanties. Inwoners met een ondersteuningsvraag binnen het domein financiën, kunnen dus naast een vraag op het gebied van financiën, ook te maken hebben met laaggeletterdheid of anderstalig zijn.

Hoofddomeinen zijn de leefgebieden op de ZRM waar de ondersteuningsvraag van de inwoner en onze dienstverlening betrekking op heeft.  

ZRM individuele trajecten

Vergeleken met 2021 zien we meer vragen op het domein sociaalemotionele ondersteuning (ouderschap). Zoals eerder aangegeven zien de gezinscoaches dit ook in de praktijk terug. Het domein geestelijke gezondheid springt er nu verder uit dan vorig jaar. Sociaal werkers geven aan dat veel inwoners tegenwoordig ‘een vol hoofd’ hebben door onder andere de huidige wereldwijde maatschappelijke onrust. Een andere verklaring die hiervoor wordt gegeven is het effect van (het wegvallen van) de coronamaatregelen. Inwoners moeten wennen aan het nieuwe dagelijkse ritme en ook eenzaamheid blijft een belangrijk probleem. De toename van geestelijke gezondheidsproblematiek wordt als een goede afspiegeling gezien van de huidige (prestatie) samenleving, waarin veel van inwoners wordt verwacht. De transitie GGZ, waarbij meer geestelijke gezondheidsvragen door het voorliggend veld worden opgepakt, en de toename van verwijzingen vanuit huisartspraktijken hebben ook bijgedragen aan de toename in hulpvragen op het gebied van geestelijke gezondheid. Wat betreft huiselijke relaties komen sociaal werkers veel hulpvragen op het gebied van (complexe) echtscheidingen tegen.

Figuur 6: Top 5 hoofddomeinen ZRM individuele trajecten alle leeftijden

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

ZRM Hoofddomein Aantal casussen
Geestelijke gezondheid 237
Financien 203
Sociaal-emotionele ondersteuning (Ouderschap) 115
Huiselijke relaties 106
Huisvesting 98

In deze tijd waar veel inwoners te maken hebben met financiële problematiek is het opvallend dat financiën niet bij de jeugd in de top 5 hulpvragen staat. Bij navraag onder medewerkers wordt aangegeven dat het thema financiën door de jeugd pas belangrijk wordt gevonden wanneer zij op zich zelf gaan wonen. Dit maakt voorlichtingen over geld binnen het onderwijs ook minder populair onder de jeugd. De vragen die jongeren over geld hebben gaan eerder over het verdienen van geld dan over geldproblemen. Ook wordt bij deze doelgroep de nasleep van corona als belangrijke oorzaak gezien van problematiek op het domein geestelijke gezondheid. Verder is (presteren op) school een belangrijke stressfactor onder de jeugd. Het onderwijs zet volop in om de achterstanden door corona weer in te halen en daarnaast moet de jeugd weer wennen aan de nieuwe wereld. De top 5 ondersteuningsvragen bij ouderen komt overeen met de voorgaande jaren.

Figuur 7: Top 5 hoofddomeinen ZRM individuele trajecten Jeugd/ 18-

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

ZRM Hoofddomein Aantal casussen
Geestelijke gezondheid 27
Sociaal-emotionele ondersteuning (Ouderschap) 26
Huiselijke relaties 19
Werk & Opleiding 12
Sociaal netwerk 8

Figuur 8: Top 5 ZRM hoofddomeinen individuele trajecten 65+

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

ZRM Hoofddomein Aantal casussen
Geestelijke gezondheid 47
Financien 31
Lichamelijke gezondheid 25
Huisvesting 16
Maatschappelijke participatie 15

ZRM leun en steun

Nieuw in de top 5 hulpvragen bij de leun en steuncontacten is het domein maatschappelijke participatie. Zelfredzaamheid op het gebied van maatschappelijke participatie gaat over de mate waarin een inwoner deelneemt aan maatschappelijke, georganiseerde activiteiten en organisaties. Voorbeelden hiervan is het aansluiten bij een (sport) vereniging, een kerk of een steun- of adviesgroepen. Vooral het buurtwerk zet in op het domein maatschappelijke participatie. Daarnaast wordt vanuit het project #Meedoen ingezet op dit thema.

Figuur 9: Top 5 ZRM hoofddomeinen leun en steun alle leeftijden

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

ZRM Hoofddomein Aantal casussen
Geestelijke gezondheid 126
Financien 88
Lichamelijke gezondheid 33
Maatschappelijke participatie 30
Huisvesting 26

ZRM informatie en advies

Vergeleken met 2021 springt bij de informatie en adviesaanvragen het domein financiën er nog verder uit. In 2022 hebben we veel vragen op het gebied van energietoeslagen beantwoord. In 2023 verwachten we meer vragen omtrent de energierekening vanwege de eindafrekening over 2022.

Figuur 10: Top 5 informatie en advies alle leeftijden

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

ZRM Hoofddomein Aantal casussen
Financien 325
Geestelijke gezondheid 61
Huisvesting 34
Lichamelijke gezondheid 31
Maatschappelijke participatie 26
Verreweg de meeste informatie en adviesaanvragen hebben te maken met het thema financiën

1.4 Collectieve trajecten

Naast individuele ondersteuning bieden wij ook collectieve trajecten aan. Het gaat hierbij om ondersteuning in groepsverband. Voorbeelden hiervan zijn de lotgenotengroepen rouw en verlies, sportevenementen en inloopmomenten. De aantallen uit 2022 hebben wij in onderstaande overzicht naast de aantallen uit 2021 gezet. In 2022 hebben we ingezet op professionalisering met betrekking tot de registratie en impactmeting van ons collectief aanbod. Er is kritisch gekeken naar onze collectieve trajecten en waar nodig zijn inactieve trajecten afgesloten. Hierdoor is het aantal collectieve trajecten in 2022 verminderd. Onder één collectief traject kunnen meerdere bijeenkomsten vallen. Een voorbeeld hiervan is een weerbaarheidstraining met meerdere bijeenkomsten. Door het wegvallen van de coronamaatregelen zien we dat er weer meer bijeenkomsten konden plaatsvinden en dat daardoor in zijn totaliteit het aantal bijeenkomsten is gestegen. 

178 collectieve trajecten

in 2021 waren dit er 298

734 bijeenkomsten

in 2021 waren dit er 695

‘’Door de training sta ik positiever in het leven en kom ik mijn bed weer uit’’. – Assertiviteitstraining Volwassenen

In vergelijking met 2021 richten onze collectieve trajecten in 2022 zich meer op alle leeftijden. Het aantal collectieve trajecten voor de doelgroep 12-18 is ten opzichte van 2021 verdubbeld. Hier vallen de activiteiten vanuit het jongerenwerk onder. Dit is het resultaat van een compleet teamjongerenwerkers, dat als nieuw team steeds meer de focust verlegd naar activiteiten en thema’s buiten het jongerencentrum de Kwinne om.

Figuur 11: doelgroepen collectieve trajecten

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Leeftijdscategorie Aantal trajecten collectief
0 - 4 0059
4 - 12 0088
12 - 18 0079
18 - 27 0089
27 - 55 0091
55 - 65 0117
65 - 75 0117
75 - 85 0113
85+ 0105
Niet bekend 0006

In figuur 12 zien we dat we in 2022 binnen onze collectieve ondersteuning, vanuit voornamelijk Buurtwerk Sport, veel hebben ingezet op lichamelijke gezondheid. Met onder andere als doel terugdringen van gezondheidsverschillen, het versterken van het sociaal netwerk en participatie. Dit zien we ook terug in tabel 2, waar per categorie collectief het aantal trajecten, bijeenkomsten en deelnemers is te zien. Bij de individuele ondersteuning zien we dat een groot deel van de ondersteuningsvragen betrekking hebben op het domein financiën en geestelijke gezondheid. We spelen hier collectief op in via de inloopmomenten in de wijk, voorlichtingsactiviteiten en weerbaarheidstrainingen voor zowel de jeugd als volwassenen. 

Figuur 12: op welke ZRM domeinen richten onze collectieve trajecten?

Bovenstaande grafiek in tabel-vorm:

Thema Aantal collectieve trajecten
Lichamelijke gezondheid 0048
Maatschappelijke participatie 0036
Geestelijke gezondheid 0018
Sociaal netwerk 0012
Tijdsbesteding 0009
Tabel 2: Aantal collectieve trajecten, bijeenkomsten en deelnemers per categorie*

* Het gaat hier niet om unieke deelnemers. Een inwoner kan aan meerdere trajecten of bijeenkomsten deelnemen. Niet bij alle collectieve trajecten zijn deelnemers of bijeenkomsten ingevuld, doordat het bijvoorbeeld ondersteuning aan vrijwilligers of zelforganisatie betreft. Vrijwilligers worden niet gezien als deelnemers en daarom onder een andere categorie geregistreerd. 

Versie:
v5.8.17

Met iWink Report maak je professionele online publicaties. Publicaties die je online, in print en als PDF-download kunt aanbieden.

En daarmee voldoe je direct aan de WCAG-wetgeving rond digitale toegankelijkheid.

Eenvoudig, veilig en efficiënt.

Meer over iWink Report